Lichaam-geest en vrije wil
Ben je (niets anders dan) een lichaam, of heb je een lichaam?
A
Ik ben een lichaam.
B
Ik heb een lichaam.
1 / 11
Onderdelen in deze les
Ben je (niets anders dan) een lichaam, of heb je een lichaam?
A
Ik ben een lichaam.
B
Ik heb een lichaam.
Slide 1 - Quizvraag
Slide 2 - Tekstslide
Zijn gedachten en emoties dingen die je kan ‘aanwijzen’ en ‘aanraken’?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Zijn we vrij om ons eigen lichaam aan te sturen?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Ben je vrij om bijvoorbeeld wel of niet te kiezen voor het dragen van een korte broek?
A
Je bent vrij
B
Je bent niet vrij
Slide 7 - Quizvraag
Stelling 1: Iedere gebeurtenis wordt veroorzaakt door een eerdere gebeurtenis.
A
Eens
B
Oneens
Slide 8 - Quizvraag
Stelling 2: Gebeurtenissen in het verleden kun je niet meer veranderen en liggen dus vast.
A
Eens
B
Oneens
Slide 9 - Quizvraag
Stelling 3: Jouw keuze omwel of niet een korte broek te dragen was een gebeurtenis.
A
Eens
B
Oneens
