Inkoop & Logistiek Week 7

• logi
• MBO
• Studiejaar 2

Inkoop & Logistiek

 

Week 7 DAMMR

Programma

• Vorige les
• Gemiddelde voorraad
• Bestelkosten
• Opslagkosten
• Afsluiting

Terugblik

Vorige les - Soorten voorraden

6 behandeld, duidelijk?

Technische

Vrije

Economische

Minimum

Maximum

Strategische

beschikbare voorraad.

Je voorraad - je bestellingen

de voorraad waarover het bedrijf nog een prijsrisico loopt. Deze voorraad moet nog verkocht of verwerkt worden

de hoeveelheid die nodig is om de standaardlevertijd te overbruggen.

De voorraad van een bepaald soort artikel mag dan niet hoger worden dan het afgesproken aantal. De reden daarvoor is vaak ruimtegebrek. Ook de wet stelt eisen aan de voorraad

de voorraad die onmisbaar is voor het productieproces, bijvoorbeeld olie of grondstoffen. Met deze voorraad voorkom je dat de productie door het ontbreken van grondstoffen of onderdelen stil komt te liggen.

het aantal stuks dat fysiek (werkelijk dus) in het magazijn aanwezig is.

Gemiddelde voorraad

• Het aantal producten dat gemiddeld in een bepaalde periode op voorraad is.

K

• Verschillende manieren --> Wel eerst gegevens nodig (jaar-,maand-,kwartaalcijfers)
• 
  

Kosten

• Bestelkosten
• Opslagkosten
• Wat zal dat betekenen? 

Bestelkosten

• kosten van de inkoop (zoals de kosten die zijn verbonden aan de bepaling van de ordergrootte, de leverancierscontracten en de administratieve zaken die verbonden zijn aan het plaatsen van een order)
  
• kosten die verbonden zijn aan de signalering van de noodzaak tot het aanvullen van de voorraad van een product
  
• kosten die zijn verbonden aan de ontvangst van de goederen in het magazijn
  
• kosten die je maakt om de binnenkomende goederen te controleren
  
• kosten die te maken hebben met de betalingsafwikkeling (facturering) van de goederen.

Opslagkosten

De opslagkosten zijn de kosten die verband houden met het aanhouden van voorraden.

• ruimtekosten
  
• rentekosten
  
• risicokosten

Opslagkosten

Ruimtekosten

De ruimtekosten hebben betrekking op de aanschafkosten of huurkosten van magazijnen. Dit zijn aanzienlijke kosten. Veel bedrijven laten hun leveranciers dan ook de magazijnfunctie vervullen. De goederen zijn dan gekocht op afroep. Wanneer je de goederen nodig hebt, levert de leverancier direct. Op deze manier bereik je een belangrijke besparing. Natuurlijk betaal je wel voor de diensten die deze leverancier extra levert.

Rentekosten

De rentekosten hebben betrekking op beslag op de financiële middelen (doordat je voorraad aanhoudt). Het geld dat je steekt in een voorraad, had je ook op de bank kunnen zetten. Dan had je er rente over gekregen. Of andersom: een ondernemer heeft geld geleend om te investeren in zijn bedrijf én in zijn voorraad. Over dit geleende geld moet de ondernemer rente betalen.

Risicokosten

De risicokosten kun je vervolgens indelen in een:

kwaliteitsrisico

kwantiteitsrisico

prijsrisico.

Risicokosten

Kwaliteitsrisico

De ondernemer loopt het risico dat de kwaliteit van de opgeslagen voorraden achteruitgaat. Dit kwaliteitsrisico zal voor een producent van levensmiddelen groter zijn dan voor bijvoorbeeld een handelaar in piano’s. De technische ontwikkelingen gaan zo snel dat bijvoorbeeld een grote voorraad mobiele telefoons een groot risico met zich meebrengt. Voordat deze verkocht zijn, is er inmiddels alweer een nieuw toestel (mooier, sneller en met meer mogelijkheden) op de markt en zit je dus met een voorraad verouderde telefoons.

Kwantiteitsrisico

De hoeveelheid goederen kan achteruitgaan door derving. Dit is een kwantiteitsrisico. Diefstal of slecht magazijnbeheer kan een oorzaak zijn van derving. Je weet in dat geval niet meer waar de goederen in het magazijn zijn opgeslagen. Het is ook mogelijk dat je goederen moeten afschrijven omdat deze tijdens de opslag beschadigen. Je kunt risico’s verminderen door goed en zorgvuldig voorraadbeheer.

Prijsrisico

Een derde risico is het prijsrisico. De onderneming loopt door prijsveranderingen risico. Stel dat je 100.000 stuks hebt ingekocht voor € 3,50 per stuk. Deze producten moet je verkopen voor € 6,90. 

Als de verkoopprijs daalt en je nog 40.000 stuks moet verkopen tegen een lagere prijs, loop je risico.

Afsluiting

• Wat vond je van de les?
• Wat willen jullie meer/minder?

Opdrachten?