les 2 Energie balans

Voeding
Energiebalans & energieverbruik

Lesdoelen:
  • Je weet wat energiebalans is.
  • Je kunt energieverbruik van een persoon uitrekenen.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2-4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voeding
Energiebalans & energieverbruik

Lesdoelen:
  • Je weet wat energiebalans is.
  • Je kunt energieverbruik van een persoon uitrekenen.

Slide 1 - Tekstslide

Voeding
Energiebalans & energieverbruik
Terugblik vorige week, de controle vraag: 
Welke onderdelen komen er bij jou op als je denkt aan de schijf van 5.

Slide 2 - Tekstslide

Schijf van 5

Slide 3 - Woordweb

Hoeveel liter water moet je drinken per dag?

Slide 4 - Woordweb

Welke vitamine maakt zonlicht aan?

Slide 5 - Woordweb

Hoeveel calorieën dien je te verbranden om 1 KG vet te verbranden

Slide 6 - Woordweb

Voeding
Energiebalans & energieverbruik
  1. Welke 3 macronutriënten zijn er?
  2. Welke 3 micronutriënten zijn er?
  3. Wat is het verschil tussen vegetarisch en veganistisch eten?

Slide 7 - Tekstslide

KiloCalorieën 
Op het moment dat een persoon energie verbruikt drukken we dit uit in Kilocalorieen (Kcal)

Slide 8 - Tekstslide

Energiebalans 
We spreken van een energiebalans als er een balans is tussen de hoeveelheid energie die je uit je voeding haalt en de hoeveelheid energie die je lichaam verbruikt. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel kcal heeft een man gemiddeld per dag nodig?

Slide 10 - Woordweb

Hoeveel kcal heeft een vrouw gemiddeld per dag nodig?

Slide 11 - Woordweb

Voeding
Energiebalans & energieverbruik

Slide 12 - Tekstslide

Voeding
Energiebalans & energieverbruik
BMR de afkorting betekent basal metabolic rate. In nederlands vertaald: het basaal metabolisme. Het is de stofwisseling die nodig is om de minimale hoeveelheid energie te leveren aan belangrijke onderdelen van je lichaam zoals ademhaling en hartslag. Met deze tool kun je het aantal caloreën berekenen die je dagelijks moet verbranden om voldoende energie te krijgen. Het antwoord wat je krijgt van deze tool is het aantal calorieën wat je elke dag nodig hebt om in leven te blijven zonder enige vorm van beweging. 

Slide 13 - Tekstslide

Voeding
Energiebalans & energieverbruik
Voor de vrouw geldt:
655 + (gewicht in kg x 9,6) + (lengte in cm x 1.8) - (leeftijd in jaren x 4.7) = aantal calorieën.
En voor de man geldt:
66 + (gewicht in kg x 13,7) + (lengte in cm x 5) - (leeftijd in jaren x 6,8) = aantal calorieën.
Dus als je bijvoorbeeld een vrouw bent van 25 jaar, 170 cm lang en een gewicht van 74 kg dat ziet de formule als volgt uit.
655 + (74 x 9,6) + (170 x 1.8) - (25 x 4.7) = 1553,9 calorieën.

Slide 14 - Tekstslide

Voeding
Energiebalans & energieverbruik
OPDRACHT.

Bereken nu je BMR

Slide 15 - Tekstslide

Pal Waardes 
Leefstijl PAL-waarde

1.2: Bedlegerig 
1.4-1.5:  Zittend werk zonder mogelijkheid van bewegen en weinig of geen inspannende vrijetijdsbesteding
 1.6 - 1.7: Zittend werk met mogelijkheid om te bewegen, maar weinig of geen inspannende vrijetijdsbesteding
1.8 - 1.9 Staand werk
2.0 - 2.4Zwaar werk of zeer actieve vrijetijdsbesteding
 










Slide 16 - Tekstslide

Eigen energieverbruik
Bereken nu je eigen energieverbruik (inclusief PAL-waarde).

Bewaar deze berekening goed, dit moet je laten terugkomen in je eindopdracht.

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel kcal zitten er in een reep chocola van 100 gram?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel witbiertjes moet je drinken om aan 1750 Kcal te komen
A
13
B
20
C
15
D
10

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel bakken aardbeien moet je eten om aan 1764 Kcal te komen
A
28
B
49
C
53
D
12

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveel Speklappen moet je eten om aan +-2100 Kcal te komen
A
16
B
6
C
53
D
1

Slide 24 - Quizvraag

De opdracht 

Breng voor jezelf het energieverbruik in kaart. 
Het gaat vooral om dat je de berekening etc. uitwerkt.

Basaalstofwisseling (BMR)
PAL-waarde
Vraag voor 1 dag hoeveel deze persoon sport en welke sport.

Slide 25 - Tekstslide