Griekse Filosofie
1 / 14
Lesduur is: 25 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke filosoof vroeg zich af wat een goed leven is?
A
Plato
B
Sokrates
C
Aristoteles
D
Meneer Westerduin
Slide 2 - Quizvraag
Wat is dualisme?
A
Een visie van een hemel en hel
B
Een visie dat je dubbel ziet
C
Een visie van een ideeënwereld en een waarneembare wereld
D
Een visie tussen en onvolmaakte en bedachte wereld
Slide 3 - Quizvraag
Welke filosofie herken je in de titel van het artikel?
A
Dualisme
B
Stoïcisme
C
Cynisme
D
Neoplatonisme
Slide 4 - Quizvraag
Wel stoïcijns
NIET stoïcijns
Wat heeft de docent een lelijke sokken! Weg ermee!
Straf omdat ik mijn huiswerk niet heb gemaakt. Ach ja...
Het regent. wat vervelend ik moet weg!
de mens is een redelijk wezen
Slide 5 - Sleepvraag
Welk woord hoort er niet bij?
A
het Goede
B
Het Ene
C
God
D
het Hoogste
Slide 6 - Quizvraag
Wie zei tegen Alexander de Grote toen hij hem zag: "Ga weg, je staat in mijn zon"?
A
Plato
B
Diogenes
C
Plotinus
D
Zijn vader
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent 'neo' in het woord 'Neoplatonisme'?
A
Dat het een verbeterde versie is
B
Dat het een nieuwe versie is
C
Dat het een verlichte versie is
D
Dat je het niet eens met iemand bent
Slide 8 - Quizvraag
Welke filosofie herken je in de titel van het artikel?
A
Dualisme
B
Stoïcisme
C
Cynisme
D
Neoplatonisme
Slide 9 - Quizvraag
Wat heb je volgens Aristoteles nodig om antwoord te geven op filosofische vragen?
A
Denkvermogen
B
Rede
C
Logica
D
een heleboel vrije tijd
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de huidige definitie van 'Cynisch'?
A
een houding die ongeloof toont in de waarden of goede bedoelingen van de mensen
B
Een houding waarin je snel gelooft wat iemand vindt
C
Een houding waarbij je de normen en waarden van de heersende cultuur verwerpt
D
Een houding waarbij je je niet druk maakt om wat je niet kan beïnvloeden
Slide 11 - Quizvraag
Diogenes
Plotinus
Zeno
Plato
Stoïcisme
Dualisme
Neoplatonisme
Cynisme
Slide 12 - Sleepvraag
Wat is de hellenistische periode?
A
Een periode waarin de Griekse cultuur werd verspreid
B
Een periode waarin de Godin Hella belangrijk was
C
Een periode waarin de Griekse cultuur onderging
D
Een periode vol vuur, hel en verdoemenis
Slide 13 - Quizvraag
Wie dan wel?
A
Plato
B
Sokrates
C
Diogenes
D
Aristoteles
