In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Manieren om gerechten te bereiden
Slide 1 - Tekstslide
Welke manieren ken jij?
Slide 2 - Open vraag
De manieren om gerechten te bereiden zijn:
Koken, stomen, braden, bakken, stoven, grillen, fonduen en frituren
Slide 3 - Tekstslide
Welke manier gebruik je papa of je mama het meest?
Slide 4 - Open vraag
Wat is koken? Leg uit in je eigen woorden.
Slide 5 - Open vraag
Koken
Verhitten van voedsel in water dat je aan de kook brengt tot dat het gaar is.
Water kookt bij 100 graden.
Je ziet luchtbellen bovenkomen en er ontstaat ook waterdamp.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is koken? Leg uit in je eigen woorden.
Slide 7 - Open vraag
Bakken
Als je voedsel zoals vlees, vis, ei en pannenkoeken of groente korte tijd op hogere temperatuur in een koekenpan verwarmt.
We gebruiken hiervoor vetstof: Boter, olie of ander vet.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is braden? Leg uit in je eigen woorden.
Slide 9 - Open vraag
Braden
Als je bijvoorbeeld vlees een langere tijd op een lagere temperatuur laat garen.
Dit doe je in een braadpan of een ovenschaal.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is braden? Leg uit in je eigen woorden.
Slide 11 - Open vraag
Grillen
Je verhit hierbij het voedsel door het onder een hete spiraal te plaatsen of in een grillpan of op de barbecue. Het voedsel krijgt een mooi bruin korstje.
Slide 12 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat stomen betekent:
Slide 13 - Open vraag
Stomen
Je maakt hiermee eten gaar in de damp van kokend water. Bij stomen blijven smaak en vitamines beter behouden
Slide 14 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat stoven betekent:
Slide 15 - Open vraag
Stoven
Je bakt het voedsel eerst met boter, waarna je de deksel op de pan legt en het langzaam gaar laat worden
Slide 16 - Tekstslide
Heb jij ooit gehoord van de methode smoren? Wat denk je dat het betekent?
Slide 17 - Open vraag
Smoren
Als het voedsel in zijn eigen vocht gaar word.
Slide 18 - Tekstslide
Het verhitten van voedsel in water dat je aan de kook brengt is:
A
Bakken
B
Braden
C
Grillen
D
Koken
Slide 19 - Quizvraag
Een korte tijd op hoge temperatuur verwarmen in een koekenpan is:
A
Grillen
B
Bakken
C
Koken
D
Stoven
Slide 20 - Quizvraag
Het voedsel verhitten door het onder een hete spiraal te plaatsen is:
A
Braden
B
Stomen
C
Stoven
D
Grillen
Slide 21 - Quizvraag
Als je het voedsel een langere tijd op een laag pitje zet is dat:
A
Braden
B
Stomen
C
Stoven
D
Smoren
Slide 22 - Quizvraag
Als je het eten gaar maakt in de damp van kokend water ben je aan het:
A
Stoven
B
Smoren
C
Stomen
D
Bakken
Slide 23 - Quizvraag
Je bakt het voedsel eerst met boter, waarna je de deksel op de pan legt en het langzaam gaar laat worden. Je bent aan het:
A
Smoren
B
Stoven
C
Koken
D
Bakken
Slide 24 - Quizvraag
Als het voedsel in zijn eigen vocht gaar wordt ben je aan het: