Thema 2 BS 2.6 en 2.7

Thema 2 
Thema 2 Organen en Cellen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 2 
Thema 2 Organen en Cellen

Slide 1 - Tekstslide

vragen over huiswerk?

Slide 2 - Tekstslide

doel van de les
2.6 doel van de les
Je kunt beschrijven hoe een cel zich deelt
je kunt de kenmerken van stamcellen noemen

Slide 3 - Tekstslide

begrippen 2.6
celdeling
moedercel, dochtercellen
plasmagroei
celcyclus
gespecialiseerde cel
stamcel
embryonale stamcel

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

bijzondere cellen
0,2 mm:
60.000 keer groter
0.005 mm

Slide 6 - Tekstslide

celdeling
30.000.000.000.000 cellen, uit 1 cel: 1 bevruchte eicel: 
door celdeling: 1->2->4->8->16
voortdurend celdeling
cellen jaren oud of heel kort (bijv. witte bloedcellen, huidcellen, darmwandcellen)

groei: zolang meer nieuwe dan afsterven

Slide 7 - Tekstslide

Celdeling

Slide 8 - Tekstslide

celdeling
kopieren chromosoom kern moedercel
twee kernen
dan celdeling
toename cytoplasma=plasmagroei
twee nieuwe dochtercellen

Slide 9 - Tekstslide

2 dochtercellen
de ene dochter specialiseert zich:  erna geen deling meer

de andere dochter: specialiseert zich niet: kan zich delen, weer een gespecialiseerde cel bij

terugkerende proces van celdeling, groei, nieuwe celdeling: celcyclus

Slide 10 - Tekstslide

stamcellen=cellen die nieuwe cellen voortbrengen
  • overal voor in ons lichaam
  • zijn nog niet ontwikkeld naar cellen met een specifieke taak
  • stamcellen zijn cellen die zich nog kunnen delen (gewone lichaamscellen kunnen beperkt aantal keer delen, stamcellen heel veel)

Slide 11 - Tekstslide

stamcellen voorbeelden
  • bekendste stamcellen: uit het beenmerg: maken voortdurend nieuwe bloedcellen
  •  andere stamcellen maken bijv continu nieuwe huidcellen die de dode cellen (huidschilfers) vervangen


Slide 12 - Tekstslide

stamcellen worden gespecialiseerde cellen
Gespecialiseerde cellen kunnen zich niet meer delen.
Bijvoorbeeld: huidcellen, spiercellen, zenuwcellen.
stamcellen bij volwassen persoon kan niet elk type cel worden. 




 




Slide 13 - Tekstslide

begrippen 2.6
celdeling
moedercel, dochtercellen
plasmagroei
celcyclus
gespecialiseerde cel
stamcel
embryonale stamcel

Slide 14 - Tekstslide

Speciale Stamcellen
  • embryonale stamcellen, stamcellen van embryo, kunnen zich wel naar alle typen cellen  specialiseren

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
lees 2.6
SV 2.6 en opdr 1 t/m 4 van 2.6 
lees 2.1 t/m 2.6


Slide 16 - Tekstslide

doel van de les
2.7 doel van de les
je kunt uitleggen dat organismen kunnen bestaan uit één ce

Slide 17 - Tekstslide

begrippen 2.7
eencellig
vb amoebe en pantoffeldiertje
schijnvoetjes
voedingsvacuole
trilhaartje
celmond en celanus

Slide 18 - Tekstslide

begrippen 2.7
eencellig
vb amoebe en pantoffeldiertje
schijnvoetjes
voedingsvacuole
trilhaartje
celmond en celanus
begrippen 2.6
celdeling
moedercel, dochtercellen
plasmagroei
celcyclus
gespecialiseerde cel
stamcel
embryonale stamcel

Slide 19 - Tekstslide

Amoebe: 

  • Eencellige met celkern
  • Celkenmerken van een dier, maar behoort er niet toe.

  • Schijnvoetje: bewegen
  • Voedingsvacuole: eten
  • film: 0.29-0.49

Slide 20 - Tekstslide

pantoffeldiertje

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Amoebe: 30-800 µm= 0,8 mm
eencellig
beweging door schijnvoetje
eten door voedsel in te sluiten
naar voedingsvacuole


onverteerde resten via celmembraan eruit
Pantoffeldiertje: 50-300 µm
eencellig
beweging door trilharen
eten via trilharen naar celmond
van celmond naar voedingsvacuole

onverteerde resten via celanus eruit

Slide 23 - Tekstslide

huiswerk 2.7
 SV 2.7 en opdr 1 en 2 van 2.7

Slide 24 - Tekstslide