Inhoud (A)
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
600.000 cm³ = m³
600.000 cm³ = m³
Slide 6 - Open vraag
Maxim vult de zandbak tot de rand met zand. Hij haalt het zand op met een kruiwagen. In de kruiwagen past 80 l zand.
Hoeveel kruiwagens heeft Maxim nodig?
Hoeveel kruiwagens heeft Maxim nodig?
A
5
B
8
C
9
D
11
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
15,3 dm³ + 3,2 l = cl
15,3 dm³ + 3,2 l = cl
Slide 9 - Open vraag
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
5,2 dm³ − 900 cm³ = l
5,2 dm³ − 900 cm³ = l
Slide 10 - Open vraag
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
0,5 dl + 6 cl = dm³
0,5 dl + 6 cl = dm³
Slide 11 - Open vraag
Serena bakt een cake. Ze vult het cakeblik voor driekwart met cakebeslag.
Laat met een berekening zien hoeveel liter cakebeslag Serena nodig heeft.
Laat met een berekening zien hoeveel liter cakebeslag Serena nodig heeft.
Slide 12 - Open vraag
Bij Frietzaak Kartoffel zit de satésaus in emmers van 15 liter.
Laat met een berekening zien hoeveel sausbakjes Frietzaak Kartoffel helemaal kan vullen met één emmer satésaus.
Laat met een berekening zien hoeveel sausbakjes Frietzaak Kartoffel helemaal kan vullen met één emmer satésaus.
Slide 13 - Open vraag
De afmetingen van de grote verpakking verf zijn 2 keer zo groot als die van de kleine verpakking.
Laat met een berekening zien hoeveel liter verf in de grote verpakking zit.
Rond het antwoord af op hele liters.
Laat met een berekening zien hoeveel liter verf in de grote verpakking zit.
Rond het antwoord af op hele liters.
