Portretdeformatie Klas 3

Portret
Deformatie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Portret
Deformatie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Ooit van Picasso gehoord? Rechts zie je een schilderij waar hij beroemd mee is geworden. Het is een gedeformeerd schilderij. Klinkt moeilijk, maar jij kunt het ook! 

Slide 3 - Tekstslide

Gedeformeerd betekent dat de uiterlijke vormen zijn aangepast. Dat bijvoorbeeld onderdelen worden herhaald of juist weglaten of vervormd en ook dat kleuren veranderen. Eigenlijk ben je zo vrij als je wilt om de zichtbare werkelijkheid te veranderen. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ontwerpfase:
  • In het lokaal liggen allemaal foto’s en ander beeldmateriaal van menselijke gezichten. Complete gezichten of alleen afbeeldingen van ogen, oren, neuzen, noem maar op. 
  • Een aantal van deze foto’s kies je uit en je maakt er een collage van, minstens op A5 formaat. Het moet nog enigszins op een gezicht lijken, maar het mag niet meer realistisch zijn. Zo kun je verschillende aanzichten in één collage verwerken en onderdelen herhalen. Bijvoorbeeld een gezicht met drie monden en maar één oor, maar dan wel op de plaats van de kin.
  • Ook mag je andere afbeeldingen, die je bijvoorbeeld van het Internet plukt, in je gedeformeerde portret verwerken.
 

Slide 12 - Tekstslide

De opdracht:
Met de collage als uitgangspunt ga je nu een gedeformeerd portret op A4 formaat maken. Je tekent met hb potlood en het inkleuren mag je met kleurpotloden doen. Als je liever ander inkleurmateriaal gebruikt, dan mag dat in overleg meestal ook.

Cijfers: 
ontwerpfase telt 1 keer
uiteindelijke tekening 2 keer 

Slide 13 - Tekstslide

Waar word je op beoordeeld?
  • Heb je begrepen wat deformeren is en kun je het toepassen?
  • Is je tekening beeldvullend en heb je nagedacht over de plaatsing van verschillende onderdelen? (Compositie)
  • Heb je kleuren gekozen die je tekening tot een mooi geheel maken? (Harmonie)
  • Heb je netjes gewerkt?

Slide 14 - Tekstslide