Aller + futur proche

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Aller + futur proche

But

Aan het eind van de les ken je het werkwoord aller en kun je de futur proche gebruiken.

ik
jij
hij
zij
men/we
wij
jullie/u
zij(m)
zij (v)

Les pronoms personnels

- persoonlijk voornaamwoorden.

Je

Elles

Nous

il

Tu

Elle

Vous

ils

On

Het werkwoord "aller" aller = gaan. Net als être (zijn) en avoir (hebben) is aller een onregelmatig werkwoord

Aller	Gaan
Je v ais	Ik ga
Tu v as	Jij gaat
Il / elle v a	Hij / zij gaat
on v a	wij gaan/ men gaat
nous allo ns	wij gaan
vous all ez	jullie gaan / u gaat
Ils / Elles v ont	zij gaan

Aller = ...............

1. zijn
2. gaan
3. hebben
4. doen, maken

je ___ (aller)

1. alle
2. va
3. vais
4. vas

nous ___ (aller)

1. vons
2. allez
3. sommes
4. allons

il ___ (aller)

1. a
2. va
3. vas
4. alle

vous ___ (aller)

1. êtes
2. vallez
3. allez
4. vont

Tu ___ (aller)

1. vos
2. va
3. vais
4. vas

elles ___ (aller)

1. vos
2. vont
3. allont
4. allez

Vul in:
Nous _____ au restaurant.

Vul in:
Je ____ danser.

Vul in:
Il ____ à la boulangerie.

Futur proche

maar.... aller is ook het hulpwerkwoord van de futur proche: 

aller + heel werkwoord = futur proche

vb: Je vais danser, tu vas acheter, nous allons visiter Paris

Vul in:
Tu ___ (gaat bezoeken) Paris.

Vul in:
Nous ___ (gaan kopen) un livre.

Vul in:
Je ___ (ga kijken) un film.

Ik ken het werkwoord aller.

😒🙁😐🙂😃

Ik weet hoe ik de futur proche moet maken.

😒🙁😐🙂😃