6.1 Deeltjes, water, ijs en lucht

Welkom bij deze lesson up!

  • Pak het schema erbij, dat je vorige les hebt gemaakt.
  • Kijk jouw tabel na met behulp van deze lesson up.   
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij deze lesson up!

  • Pak het schema erbij, dat je vorige les hebt gemaakt.
  • Kijk jouw tabel na met behulp van deze lesson up.   

Slide 1 - Tekstslide

Wolken 
Op de aarde wordt water verdampt door de zon (dan wordt het dus waterdamp). De waterdamp stijgt op, en koelt af naarmate het kouder wordt hoger in de lucht. Daardoor condenseert de waterdamp weer in kleine druppels. Al deze druppeltjes bij elkaar vormen een wolk.

Slide 2 - Tekstslide

Wolken bestaan dus uit
A
Waterdamp
B
Druppeltjes
C
Watten
D
Ijskristallen

Slide 3 - Quizvraag

Mist
Mist ontstaat als hele vochtige lucht afkoelt (vaak bij zonsondergang of zonsopkomst).  De waterdamp in de lucht condenseert dan tot kleine waterdruppeltjes. Mist vormt dan een heel laag wolkendek.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is waar? Meerdere antwoorden kunnen juist zijn.
A
In wolken zitten druppels, in mist zitten ijsdruppels
B
Mist ontstaat als de lucht erg vochtig is
C
Wolken en mist bestaan allebei uit druppels
D
Mist ontstaat als de lucht erg droog is

Slide 5 - Quizvraag

Sneeuw
Als de temperatuur onder het vriespunt daalt, bevriest waterdamp in de lucht.  Er ontstaan ijskristallen die aangroeien tot sneeuwvlokken. Deze sneeuwvlokken dwarrelen naar beneden en vormen een laag sneeuw op de grond. 

Slide 6 - Tekstslide

Hagel 
Hagel ontstaat als een wolk boven erg koud is en beneden warmer. Bovenin de wolk ontstaan er dan sneeuwvlokken maar onderin de wolk zitten waterdruppels. Als de sneeuwvlok door de wolk beweegt vriezen er waterdruppels tegenaan waardoor er hagelstenen ontstaan. Als de hagelstenen te groot en zwaar zijn, vallen ze naar beneden. 

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk de video

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het vormen van hagel en sneeuw?

Slide 9 - Open vraag

Ijzel 
IJzel is sterk afgekoelde regen die bevriest zodra het ergens mee in aanraking komt. IJzel kan heel gevaarlijk zijn (vooral op de weg) omdat het erg glad is. 

Slide 10 - Tekstslide

Herinneren jullie je dit schema nog van scheikunde?

  • Elke faseovergang heeft een
    specifieke naam. 
  •  Van de vaste fase naar de vloeibare
    heet bijvoorbeeld: smelten. 
  • Kijk even goed naar dit schema om de 
    volgende vragen te beantwoorden.

Slide 11 - Tekstslide

Als waterdamp omhoog stijgt, verandert het in kleine waterdruppels (door de dalende temperatuur). Dit is een voorbeeld van:
A
Smelten
B
Condenseren
C
Stollen
D
Rijpen

Slide 12 - Quizvraag

Als de lucht heel koud is kan waterdamp direct bevriezen. Deze faseovergang noemen we:
A
Rijpen
B
Sublimeren
C
Stollen
D
Condenseren

Slide 13 - Quizvraag

De 6 faseovergangen zijn: stollen, verdampen, condenseren, sublimeren, rijpen en ..?

Slide 14 - Open vraag

Goedzo, je bent bijna aan het einde van deze LessonUp

Slide 15 - Tekstslide

Kijk in je schrift het huiswerk na
(Deel 1):

Slide 16 - Tekstslide

Kijk in je schrift het huiswerk na
(Deel 2):

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag: 
Maken: vraag 7 t/m 12 

Slide 18 - Tekstslide