4 juni: Par. 5.7 persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord

Vak: Nederlands
Grammatica
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Grammatica
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Telefoon in de bak.
Neem plaats.
Jas uit.
Op tafel: Werkboek Nederlands of laptop en schrift dicht 
Tas op de grond.
Niet eten of drinken in de klas.
Presentie!
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het einde van deze les kan je:
  • het persoonlijke voornaamwoord onderscheiden van het bezittelijk voornaamwoord door deze in een zin te vervangen met een naam

Slide 3 - Tekstslide

Woensdag 4 juni 2025
Wat: Par. 5.7
Wanneer: 10:30-11:20
Hoe: Gezamelijk/ zelfstandig werken
Klaar: Par.5.7 opdrachten maken en nakijken
HW: Par. 5.7 opdrachten maken en nakijken
Lesdoel: Zie vorige slide!
Taaldoel: woordsoorten

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen met par. 5.7 
Kader: Verschil tussen persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord

Basis: Alle opdrachten par. 5.7 maken 
Klaar: Alle opdrachten par. 5.8 maken

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Een persoonlijk voornaamwoord duidt een bezit aan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Is 'hij' een persoonlijk voornaamwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

'Jouw' is een persoonlijk voornaamwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Het is hun geheim.

Deze zin heeft een bezittelijk voornaamwoord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Welke zijn de bezittelijk voornaamwoorden?
A
mijn
B
uw
C
mij
D
U

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Dat is onze dierenarts.
A
Dat
B
is
C
onze
D
dierenarts

Slide 15 - Quizvraag

Kies het bezittelijk voornaamwoord:
A
huis
B
jouw

Slide 16 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord
A
Ik snap het
B
Ik moet nog oefenen
C
Ik heb nog uitleg nodig
D
Waar gaat dit over?

Slide 17 - Quizvraag

Oefenen met par. 5.7 
Basis: Opdracht 3 + 4 + 5 + 6 + 7 nakijken

Kader: Par. 5.7 Opdrachten 1 + 2 + 3 + 5 + 6 + 7 + 8 + 15 maken
Klaar: par. 5.7 opdrachten 4 + 9 + 10 + 11 + 12

Slide 18 - Tekstslide

Zijn de onderstaande woordjes persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden?
Sleep elk woord hieronder naar het goede antwoord.

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
hen
ik
jij
jou
jouw
mijn
onze
wij
uw

Slide 19 - Sleepvraag