Les 2 & 14

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Herhaling les 1:
Welke leesstrategieën heb je ook alweer?

Leesstrategieën: wat is geen leesstrategie?

1. Globaal lezen
2. Zoekend lezen
3. onbewust lezen
4. Nauwkeurig lezen

Wat is globaal lezen?

1. De hele tekst woord voor woord lezen
2. De titel, tussenkopjes en eerste en laatste zin lezen
3. Naar bepaalde informatie zoeken

Wat doe je bij zoekend lezen?

1. Lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
2. Zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
3. Bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.
4. Lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.

Herhaling

De nadruk op woorden leggen door ze te herhalen.

Overdrijving

Iets groter/erger maken dan dat het is.

Herhaling =

1. De woorden worden herhaald of hetzelfde woord wordt vaker genoemd, maar net iets anders.
2. Er wordt een aantal dingen op een rij gezet of na elkaar opgenoemd.
3. Dingen worden tegenover elkaar gezet, waardoor de verschillen extra opvallen.
4. Iets wordt groter of erger gemaakt dan het in werkelijkheid is.

Herhaling of overdrijving?

Mijn nieuwe schoenen zijn zo groot, de hele wereld past eronder.

1. herhaling
2. overdrijving

Herhaling of overdrijving?

Voor de zoetste verleidingen ga je naar 'De Chocoladefontein’.

1. herhaling
2. overdrijving

Is er in de onderstaande zin sprake van een herhaling of een overdrijving?

‘Wil je daar nu echt, echt mee stoppen’!

1. herhaling
2. overdrijving

Welke van de 2 zinnen vind je sterker klinken?

1. Ik voel me onder druk gezet.
2. Ik voel de hete adem in mijn nek.

Welke van de 2 zinnen vind je sterker klinken?

1. Ik ben moe.
2. Ik kan niet meer.

Welke van de 2 zinnen vind je sterker klinken?

1. Wil je daar nu echt, echt mee stoppen?
2. Wil je daar nu mee stoppen?

Waarom gebruikt een schrijver wel eens herhaling in een tekst?

1. De schrijver gebruikt herhaling om humoristisch te zijn.
2. De schrijver wil alles nog een keertje uitleggen
3. De schrijver wil een bepaald ritme aanhouden
4. Nadruk op woorden leggen die herhaald worden.

Herhaling les 2

De regen viel met bakken uit de lucht.
De schrijver versterkt hier zijn tekst door ...

1. Herhaling
2. Overdrijving

Herhaling of overdrijving?
En dan, wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant?

1. overdrijving
2. herhaling

Herhaling of overdrijving?

Tot in de wolken heb ik je gezocht

1. herhaling
2. overdrijving

Les 14 - Tekstdoelen

Schrijver wil iets bereiken > tekstdoel

Bijvoorbeeld:

Informeren 

Instrueren 

Overtuigen 
Overhalen 

Sleep de uitleg naar het juiste tekstdoel:

informeren

instrueren

overtuigen

overhalen

amuseren

De schrijver wil....

Tekstdoel

je iets leren

je uitleggen hoe je iets moet doen

je overtuigen van zijn mening

je iets laten doen

je vermaken

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Overtuigen

Informeren

Instrueren

Sleepvraag: Sleep de juiste tekstsoort naar het juiste tekstdoel

amuseren

informeren

overtuigen

activeren

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Informeren

Overhalen

Instrueren

Amuseren

Wat is GEEN tekstdoel?

1. verkennen
2. informeren
3. overtuigen
4. amuseren

Wat is het tekstdoel?

1. De schrijver wil informatie geven (informeren)
2. De schrijver wil je amuseren (amuseren)
3. De schrijver wil je iets laten doen (activeren)
4. De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)

Geef een voorbeeld bij het tekstdoel: instructie geven