H1: 1.5 / Terugrekenen met procenten - 3M

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
● Wat gaan we leren?
● Terugblik: vk t/m 1.4
● Nieuwe theorie: 1.5
● Afsluitende vragen
bij
We gaan zo starten.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
● Wat gaan we leren?
● Terugblik: vk t/m 1.4
● Nieuwe theorie: 1.5
● Afsluitende vragen
bij
We gaan zo starten.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je kunt het gehele aantal berekenen als je
het deel in percentages weet.

Je kunt het oude aantal berekenen wanneer
je het nieuwe aantal en de toe- of afname
in % weet.
 


                  Nu mee bezig
H1: Procenten
VK Breuken en procenten
1. Breuken, procenten en
    decimale getallen
2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten en grote     
     getallen
5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

              Later deze periode
H6: Verschillende verbanden
VK Machten en wortels
1. Periodieke verbanden
2. Kwadratische verbanden
3. De top van een parabool
4. Wortelverbanden
5. Machtsverbanden

 

Slide 2 - Tekstslide

Op hoeveel decimalen ronden we procenten af?
A
1 decimaal
B
geheel getal
C
2 decimalen

Slide 3 - Quizvraag

Welk percentage hoort bij 2/3?

Procentteken hoef je niet in te voeren.

Slide 4 - Open vraag

Wat betekent de afkorting BTW?

Slide 5 - Open vraag

Hoe noemen we de toename in aantallen?
A
relatieve toename
B
relatieve afname
C
absolute toename
D
absolute afname

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noemen we een procentuele afname ook wel?
A
relatieve toename
B
relatieve afname
C
absolute toename
D
absolute afname

Slide 7 - Quizvraag

Hoe schrijf je 89,9 miljoen in cijfers?
A
89 , 900 000
B
89.900.000
C
89 900 000
D
89 900 000 000

Slide 8 - Quizvraag

Terugblik

Slide 9 - Tekstslide

Terugblik
Dus in procenten

Slide 10 - Tekstslide

Terugblik
1,417               1              0,091
1,417  - 1,326 = € 0,091 is de absolute afname
: 1,417                 x 0,091
: 1,417                 x 0,091
X               6,422....           
Dus de relatieve afname is ongeveer 6,4 %.

Slide 11 - Tekstslide

Terugblik
1,417               1              1,326
: 1,417                 x 1,326
: 1,417                 x 1,326
X               93,577....           
100 - 93, 577 = 6,422...
Dus de relatieve afname is ongeveer 6,4 %.

Slide 12 - Tekstslide

Terugblik
percentage=oudnieuwoud100
=1,4171,3261,417100
=6,422...
Dus de relatieve afname is ongeveer 6,4 %.

Slide 13 - Tekstslide

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Slide 14 - Tekstslide

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen

Slide 15 - Tekstslide

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen
                                        5,2
                                    451 000

Slide 16 - Tekstslide

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen
                       1                5,2
                                    451 000

Slide 17 - Tekstslide

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen
                                    451 000
                       1                5,2
 x 100                  : 5,2
 x 100                  : 5,2

Slide 18 - Tekstslide

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen
                        X           451 000
                       1                5,2
 x 100                  : 5,2
 x 100                  : 5,2
    8 673 076,923

Slide 19 - Tekstslide

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen
                        X           451 000
                       1                5,2
 x 100                  : 5,2
 x 100                  : 5,2
    8 673 076,923
Dus er zijn totaal 8 673 000 mensen

Slide 20 - Tekstslide

1.5: Terugrekenen naar 100 %

Inclusief BTW = De BTW zit al wel bij de prijs in.


Exclusief BTW = De BTW zit nog niet bij de prijs in.


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk week 47

Maken van H1:

Paragraaf 1.5 volgens jouw leerroute




Nakijken en verbeteren:

Huiswerk van H1 tot nu toe.






Zf
Zf
Testopgaven: 
I -> blz. 38
J -> blz. 40

Extra uitleg
timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk week 46

Maken van H1:

Paragraaf 1.3 volgens jouw leerroute

Paragraaf 1.4 volgens jouw leerroute



Nakijken en verbeteren:

Huiswerk van H1 tot nu toe.






Zf
Zf
Testopgaven: 
G -> blz. 30
H -> blz. 34

Tip: 
Achter deze les staan extra uitleg filmpjes.
Extra uitleg

Slide 26 - Tekstslide