Lesdoel twee

De crisis van de jaren 30
Tijdvak negen/tien: De Nederlandse verzorgingsstaat
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De crisis van de jaren 30
Tijdvak negen/tien: De Nederlandse verzorgingsstaat

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
  •  Wat gaan we vandaag leren?/opdracht(5 minuten)
  • Uitleg: Maatregelen van de overheid(25 minuten).  
  • Opdracht maken: Learnbeat (15 minuten) 
  • Afsluiten van de les(5 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren? 
  • Aan het einde van de les weten we welke maatregelen de overheid naam tijdens de crisis. 

  • Aan het einde van de les weten we wat steunverlening, werkverschaffing en aanpassingspolitiek betekent.     

Slide 3 - Tekstslide

Even voorstellen!

Slide 4 - Tekstslide

De crisis
  • De werkeloosheid steeg erg snel na 1929. Dit gebeurden onder leiding van minister-president Hendrick Colijn en de ARP(Antirevolutionaire partij). 
  • Er moest iets gebeuren om mensen weer aan het werk te krijgen. 
  • Daarom begon de overheid met het ondersteunen van de burgers in Nederland met nieuwe maatregelen. 

Slide 5 - Tekstslide

De crisis
  • Als eerste moest er iets gedaan worden aan de Armenwet uit 1854. In de wet stond dat gemeentes verantwoordelijk waren om steun te geven aan de armen. 
  • De Armenwet werd aangepast in 1930. Nu was de overheid verantwoordelijk voor steunverlening.
  • In ruil voor steun waren er wel een aantal eisen voor de burger. 

Slide 6 - Tekstslide

Wie was de minister-president tijdens de crisis van de jaren 30?
A
Aletta Jacobs
B
Hendrik Colijn
C
Abraham Kuyper
D
Joop den Uyl

Slide 7 - Quizvraag

Wat werd er aangepast aan de armen wet van 1854?

Slide 8 - Open vraag

De crisis 
  • Naast steunverlening begon de overheid ook projecten op te starten waarbij werk werd gevonden voor de werkelozen. 
  • Deze projecten waren bijvoorbeeld het bouwen van kanalen, parken, wegen en heiden grond ontginnen. 
  • Deze projecten waren bedoeld om werkelozen werk te geven. Daarom noemen we het werkverschaffing.  

Slide 9 - Tekstslide

De crisis 
  • Voor deze projecten kreeg je als werknemer weinig betaald. Het was zwaar en uitputtend werk.
  • Deze projecten werden na 1930 door de overheid geregeld. 
  • Voor veel mensen was het onmogelijk om zover te reizen.
  • Daarom maakte de overheid werkkampen waar je leefde tijdens het project.

Slide 10 - Tekstslide

Welk antwoord past bij deze beschrijving: Werkelozen aan het werk zetten voor de overheid.
A
Armenwet
B
Steunverlening
C
Armenzorg
D
Werkverschaffing

Slide 11 - Quizvraag

De crisis 
  • Naast de hulp en ondersteuning van werkelozen, ging de overheid ook haar beleid aanpassen. 
  • Volgens Hendrick Colijn moest de overheid bezuinigen. 
  • Hij begon de uitgaven van de overheid aan te passen aan de inkomsten van Nederland. Dit noemen we aanpassingspolitiek.

Slide 12 - Tekstslide

De crisis 
  • Dit bekende dat de overheid veel minder geld ging uitgeven. 
  • Het loon van ambtenaren ging achteruit en uitkeringen van werkelozen werd verminderd. 
  • Veel mensen waren het niet eens met het beleid van Colijn, daarom kwamen mensen in opstand zoals de Jordaanoproer in 1935. waarbij 40 gewonden vielen en zes doden.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is aanpassingspoltiek?

Slide 14 - Open vraag

Maken Huiswerk 
Wat ? : Ga aan de slag met leerdoel twee & drie
Hoe ? : Je doet dit zelfstandig
Tijd? : 15 minuten. 
Hulp? : De docent.
Klaar? : Ga aan de slag met huiswerk van een ander vak. 
Resultaat? : Je hebt je huiswerk van deze week gemaakt :D 






Slide 15 - Tekstslide