Afronden 5.2 + start 5.3

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij BINASK

Ga zitten volgens de plattegrond!

Slide 2 - Tekstslide

Meegenomen
Huiswerk en nectar boek b

Slide 3 - Tekstslide

Wat zit waar?

Slide 4 - Tekstslide

wat is het verschil tussen groei en ontwikkeling?

Slide 5 - Tekstslide

5.3 Planten voeden zich
Begrippen leren H5
blz. 167 t/m 170

Slide 6 - Tekstslide

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole

Slide 7 - Sleepvraag

als in de lente een nieuw stuk tak uit een eindknop groeit
de plek waar de knopschubben van een eindknop zijn afgevallen
een knop waaruit boomtakken langer worden
groei van de stam en takken van bomen in de dikte
knoppen aan de takken, waaruit nieuwe zijtakken groeien
laagje in de stam, waar nieuwe houtcellen worden gemaakt
laagje nieuwe houtcellen dat in één jaar wordt gevormd
schubben die de knop aan een tak beschermen tegen de kou en tegen insecten
eindknop
zijknoppen
knopschubben
ringlitteken
uitlopen
groeilaagje
diktegroei
jaarring

Slide 8 - Sleepvraag

5
6
7
8
Kiem
Worteltje
Blaadjes
Zaadlobben

Slide 9 - Sleepvraag

Een plant krijgt bladeren.
A
bijzonder
B
groei
C
metamorfose
D
ontwikkeling

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoelen 5.3 Planten voeden zich:

  • Je kunt opnoemen welke stoffen planten nodig hebben.
  • Je kunt beschrijven hoe die stoffen in een plant komen.
  • Je kunt uitleggen dat een plant glucose en andere voedingsstoffen maakt en
  • Je kunt beschrijven waar planten de gemaakte stoffen opslaan.

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen 5.3 Planten voeden zich:

  • Je kunt opnoemen welke stoffen planten nodig hebben.
  • Je kunt beschrijven hoe die stoffen in een plant komen.
  • Je kunt uitleggen dat een plant glucose en andere voedingsstoffen maakt en
  • Je kunt beschrijven waar planten de gemaakte stoffen opslaan.

Slide 12 - Tekstslide

Intro.
Een héél vereenvoudigd filmpje: hoe eet een plant? 

Slide 13 - Tekstslide

Welke voedingsstoffen 'eten' planten? 
Water - de wortelharen aan de wortels zuigen water op uit  bodem  

Mineralen - In het water zitten mineralen; bv stikstof en ijzer.
Nodig voor groei. Mineralen gaan van wortels, via vaatbundels, naar blad.

Koolstofdioxide - Via huidmondjes in het blad, haalt de plant het gas koolstofdioxide uit de lucht.
Water wordt door de wortelharen aan
de wortels opgezogen uit bodem. 
Mineralen zitten in het water, zijn 
meststoffen. Ze zijn nodig voor de groei. Mineralen gaan vanaf de wortels, via de vaatbundels naar het blad.
Koolstofdioxide gaat via de 
huidmondjes in het blad naar 
de bladgroenkorrels, daar 
worden ze gebruikt voor de 
fotosynthese.

Slide 14 - Tekstslide


Welke stoffen neemt
de plant op via de wortelharen?
A
alleen water
B
koolstofdioxide en mineralen
C
water en mineralen
D
water en koolstofdioxide

Slide 15 - Quizvraag

Welk plantenonderdeel neemt koolstofdioxide (CO2) op uit de lucht?
A
Stengel
B
Wortel
C
Bloem
D
Huidmondjes

Slide 16 - Quizvraag

Nodig:
- water
- koolstof-
   dioxide
- zonlicht

Er ontstaat:
- glucose
- zuurstof

Waar:
- Bladgroen-
   korrels
Fotosynthese

Slide 17 - Tekstslide

Welke voedings-
stoffen ‘eten’ 
planten?

Slide 18 - Tekstslide

Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
alleen glucose
B
glucose en koolstofdioxide
C
glucose en zuurstof
D
water, koolstofdioxide en glucose.

Slide 19 - Quizvraag

Filmpjes
https://www.youtube.com/watch?v=UZekhzGqBt0
https://www.youtube.com/watch?v=tSrbhYEWZqc
https://schooltv.nl/video-item/nieuwsuur-in-de-klas-bosbeheer-kappen-of-planten

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag met paragraaf 5.3 blz 69 t/m 71
Wat: verder afronden opdr 1 t/m 5
--> Maken blz 98
Hoe: Eerste 10 minuten volledige stilte
Hulp: Buurman of buurvrouw of docent
Tijd: 15 minuten
Klaar: lezen paragraaf 5.3

timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

water opnemen
Vanuit de wortels nemen planten water op. 
Dit doen ze met de wortelharen.

Via vaten gaat het water (met mineralen).
vaten zijn dunne buisjes, beginnen in de 
wortels en eindigen bij de bladnerven.
Ze liggen in groepjes en heten vaatbundel. 

Slide 22 - Tekstslide

waterstroom
1. Via de vaatbundels gaat het water naar de bladeren. 
2.In de bladeren zitten huidmondjes.
Water rond de huidmondjes kan verdampen.
3. De cel krijgt weer water van andere cellen
 en uit de vaatbundels/nerven.
4. er wordt water opgenomen met de wortels.
zo stroomt het door!!

Slide 23 - Tekstslide

Huidmondjes
kunnen open en dicht, dat ligt aan het weer. Als dat niet zo was verliest de plant teveel water.

warm en droog weer --> dicht
regenachtig en nat weer --> open

Slide 24 - Tekstslide

Filmpjes
https://schooltv.nl/video-item/het-gaat-niet-goed-met-de-jeneverbes-en-dat-is-slecht-nieuws-voor-de-nederlandse-natuur

https://schooltv.nl/video-item/vroege-vogels-in-de-klas-plantengallen
https://www.youtube.com/watch?v=SM-Ilh2lHZk

https://www.youtube.com/watch?v=YxIpl38rsMo
https://www.youtube.com/watch?v=qK4G2KpmqFU






Slide 25 - Tekstslide

celwand en celmembraan
 Celwand (bruine dikkige laag): een stevige laag om de cel ook voor de vorm.

Celmembraan(grijzige dunne laag): een vlies om het cytoplasma. Het celmembraan regelt welke stoffen de cel in- en uitgaan.

Slide 26 - Tekstslide

cytoplasma & celkern 
Cytoplasma: een stroperige vloeistof. In het cytoplasma liggen de celkern en bladgroenkorrels. 

Celkern: een klein bolletje in de cel. De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.

Slide 27 - Tekstslide

vacuole
een blaasje in het midden van de cel dat ‘volgepompt’ is met water. Daardoor is de cel stevig. 
Heeft de plant niet genoeg water dan is de cel niet meer stevig en wordt de plant slap.

Slide 28 - Tekstslide

bladgroenkorrels
groene bolletjes in het cytoplasma. 

Je ziet ze in de afbeelding duidelijk zitten. Alle bladgroenkorrels samen geven de plant haar groene kleur. De bladgroenkorrels maken voedingsstoffen voor de plant.

Slide 29 - Tekstslide

Start 5.2 planten groeien

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen 5.2 Planten groeien:

  • Je kunt de bouw van een zaadje beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe een plant uit een zaadje komt.
  • Je kunt beschrijven hoe een jong plantje verder groeit.
  • Je kunt uitleggen hoe een boom in de lengte en in de dikte groeit.

Slide 31 - Tekstslide

Vrucht = hierin zitten de zaden.
Zaden = ontstaan bij planten na de bevruchting
 uit de zaadbeginsels.
Kiem = de begin van het nieuwe plantje in 
een zaadje.
Zaadhuid = buitenste laag van 
een zaadje van een plant, beschermt 
de kiem en zaadlobben.
Navel = hiermee heeft de boon
vastgezeten in de vrucht.
Zaadlobben = het reserve-
voedsel voor het kiemplantje.
Ontkiemen het groeien van 
een nieuw plantje uit het zaadje.

Slide 32 - Tekstslide

Wat is de functie van
de navel bij een zaadje?
A
Daarmee zat hij vast aan de moederplant
B
Dan weet je wat de onder- en bovenkant is
C
Te veel aan water afgeven aan de grond
D
Water opnemen uit de grond

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video

Groei = het groter en zwaarder worden v/n organisme.
Lengtegroei = in de topjes van de stengels en wortels maakt de plant nieuwe cellen bij, waardoor de stengel en wortels steeds langer worden.
Ontwikkeling = een plant krijgt
nieuwe delen.

Door groei en ontwikkeling 
ontstaat uit een zaadje een 
nieuwe plant.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Eindknop = een knop aan het einde van de tak, 
waaruit boomtakken langer worden.
Zijknoppen = knoppen aan de takken, 
waaruit nieuwe zijtakken groeien.
Knopschubben = schubben die de knop aan een 
tak beschermen tegen de kou en tegen insecten.
Ringlitteken = een ringvormig litteken op een tak, 
op de plek waar de knopschubben van een eindknop zijn afgevallen.
Uitlopen = als in de lente een nieuw stuk tak uit een eindknop groeit.
                                Groeilaagje = laagje in de stam,
                                   waar nieuwe houtcellen worden gemaakt.
                                Diktegroei = groei van de stam en takken 
                                   van bomen in de dikte.
                                 Jaarring = laagje nieuwe houtcellen 
                                    dat in één jaar wordt gevormd.
                                    => lichtbruin = voorjaar & donkerbruin = zomer

Slide 38 - Tekstslide

Filmpjes
https://schooltv.nl/video-item/wat-zijn-de-gevolgen-van-langdurige-droogte-de-impact-van-hitte-op-de-natuur
https://www.youtube.com/watch?v=KCW2gN_BYm8
https://schooltv.nl/video-item/galapagos-in-de-klas-de-reis-van-planten
Grootste boom ter wereld:
https://www.youtube.com/watch?v=DhgQvWbqMIQ
Oudste:

Slide 39 - Tekstslide

Oudste boom ter wereld

Slide 40 - Tekstslide

Waaruit bestaan 
de organen 
van een plant?

Bestaan uit cellen!

Groep cellen met zelfde taak en vorm noem 
je een  weefsel


Slide 41 - Tekstslide

Waaruit bestaat een plantencel?

Slide 42 - Tekstslide

transport in de plant

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

wil je nog een samenvatting?
kijk het filmpje in de volgende slide dan

heb je nog vragen mail mij dan via magister of via a.vd.berg@winklerprins.nl. Je kunt mij op teams ook een berichtje sturen!!

Slide 45 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=SM-Ilh2lHZk
https://www.youtube.com/watch?v=YxIpl38rsMo
https://www.youtube.com/watch?v=qK4G2KpmqFU

Slide 46 - Tekstslide