1.3 Ontwikkeling in verschillende snelheden

1.3 Ontwikkeling in verschillende snelheden 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.3 Ontwikkeling in verschillende snelheden 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Waarom zijn landen arm?

Slide 3 - Woordweb

Waarom zijn sommige landen rijk en andere arm?
De oorzaken moet je soms zoeken:
 in het land zelf (interne oorzaken) en 
soms erbuiten (externe oorzaken)

Wanneer in een land veel negatieve factoren samenvallen, is de kans op armoede onder de bevolking groter.

Slide 4 - Tekstslide

Interne oorzaken; binnen het land zelf.
  1. Natuurlijke oorzaken
  • natuurlijke kenmerken: er is voldoende vruchtbare grond, goed klimaat, natuurlijke hulpbronnen, niet te bergachtig en voldoende neerslag.
  • ligging: een goed bereikbaar land ( infrastructuur, grenzend aan zee ) heeft meer kansen dan een land omringd door andere landen

Slide 5 - Tekstslide

Interne oorzaken; binnen het land zelf.
2. Menselijke oorzaken
  • politiek systeem: corruptie en slecht bestuur is niet goed voor een land. Een sterke overheid zorgt voor rust!
  • bevolkingsopbouw: arme landen veel jongeren en rijke landen vergrijzing. Ideaal is een goede mix
  • mate van ongelijkheid

Slide 6 - Tekstslide

Bevolkingsopbouw

Slide 7 - Tekstslide

Externe oorzaken Hierbij gaat het om het soort relatie dat een ontwikkelingsland heeft met de rijke landen.
1. Koloniaal verleden
  • exploitatie kolonie: leveren van grondstoffen en landbouwproducten aan het moederland
  • vestigingskolonie: kolonisten gingen in het land wonen
2. rol land in de wereldeconomie
  • goede/gunstige ligging zodat mno's zich er gaan vestigen

Slide 8 - Tekstslide

Interne oorzaken:
menselijke factoren:
mate van ongelijkheid
Als een land zich economisch ontwikkelt, neemt de sociale ongelijkheid toe. Sommige groepen profiteren meer van de groeiende welvaart dan andere. Sociale ongelijkheid druk je uit met de Gini-coëfficiënt. Grote ongelijkheid in combinatie met een grote groep jongeren zonder uitzicht op werk, kan leiden tot ernstige sociale onrust in een land.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht:
Lees paragraaf 1.3 

Maak in je aantekeningen schrift een schematische samenvatting. 

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk 
Maak opdracht 1, 2, 3a en 4. 

Slide 11 - Tekstslide