betoog en beschouwing schrijven

Betoog en/of  beschouwing schrijven
In deze les leer je:
Hoe je een schrijfplan maakt;
hoe je een betoog opbouwt;
hoe je een beschouwing opbouwt.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Betoog en/of  beschouwing schrijven
In deze les leer je:
Hoe je een schrijfplan maakt;
hoe je een betoog opbouwt;
hoe je een beschouwing opbouwt.

Slide 1 - Tekstslide

standpunt en mening
Voor deze periode schrijf je een betoog of een beschouwing.
 De hele wereld zou Engels moeten spreken.

Slide 2 - Tekstslide

schrijfplan
Wanneer je een tekst gaat schrijven, maak je eerst een schrijfplan. 
Je maakt een schema wat je wil vertellen, aan wie je het wil vertellen en je kiest je tekstsoort.

Bekijk het volgende filmpje.

Slide 3 - Tekstslide

Betoog
De schrijver neemt een duidelijk standpunt in en onderbouwt dit met argumenten. 
Kenmerken:
1. De tekst is subjectief (mening van de schrijver);
2. is bedoeld om de lezer te overtuigen.
Beschouwing
De schrijver biedt meerdere meningen aan in zijn tekst.

Kenmerken:
1. Is bedoeld om de lezer te laten nadenken over een kwestie;
2. gedeeltelijk subjectief, gedeeltelijk objectief.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bekijk het volgende filmpje
Zo schrijf je een inleiding en slot van een betoog en van een beschouwing.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

middenstuk betoog
argument 1
argument 2
tegenargument
weerlegging

Gebruik signaal woorden aan het begin van een nieuwe alinea (ten eerste, vervolgens, bovendien, maar, echter etc).

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

middenstuk beschouwing
Meerdere alinea's met deelonderwerpen.
-  Verklaringen of oorzaken van de kwestie;
- oplossingen voor een probleem;
- voor- en nadelen van een probleem;
- verschillende meningen over het probleem.
De lezer moet zelf nadenken en een conclusie trekken.

Slide 11 - Tekstslide

Werkwijze
1. Kies je onderwerp;
2. kies of je een betoog of een beschouwing wil schrijven;
3. maak een schrijfplan;
4. schrijf je tekst;
5 contoleer je tekst en herschrijf zonodig.

Slide 12 - Tekstslide

Vragen?

Slide 13 - Tekstslide

rubric
In de studiewijzer vind je een rubric met succescriteria. 

Slide 14 - Tekstslide