5.1 t/ 5.3 Industriële samenleving

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

5.1t/m5.3 Industriële samenleving

Kenmerkend aspect

De industriële revolutie en het ontstaan van de industriële samenleving

Landbouw

• Landbouwrevoluties zijn de motor van verandering:
• 1. Neolitische revolutie: uitvinding landbouw
• 2. Middeleeuwen: drieslagstelsel
• 3. 18de eeuw: wisselstelsel + enclosures (omheinen van landbouwgrond --> massaproductie graan)
• Gevolgen: doorbraak plafond van Malthus --> bevolking groeit zonder hongersnood
• Gevolgen: groeiende werkloosheid platteland + stijgende vraag kleding

Technologie

• Boeren werken in huisnijverheid in winter
• Kunnen vraag naar kleding niet bijbenen
• Gevolg: zoektocht naar snellere productiemethoden
• Schietspoel: sneller weven (1733, John Kay)
• Spinning Jenny: sneller garen spinnen (1764, James Hargreaves)
• Waterframe: spinmachine op waterkracht (1767, Richard Arkwright)
• Waterframe is te groot voor huisnijverheid  --> ontstaan fabrieken

Industrie

• 1781: James Watt verbetert stoommachine --> toepassing kledingindustrie
• Groeiende vraag naar arbeiders voor fabrieken
• Gevolg: ontstaan fabriekssteden (Liverpool, Manchester) --> urbanisatie
• Gebrek aan sociale wetten zorgen voor verschrikkelijke arbeids- en woonomstandigheden

Fabriekssteden

• Kapitalisme: winst maken
• Fabriekseigenaren willen zo goedkoop mogelijk produceren
• Gevolg: lage arbeidslonen, een investeringen in veiligheid
• Daarnaast: géén wetten om de arbeiders te beschermen
• Door een overschot aan arbeiders en tekort aan werk konden zij geen eisen stellen...

Fabriekssteden

• Arbeiderswoningen staan dicht bij elkaar en bij fabrieken
• Géén riolering of watervoorziening, kleine woningen
• Gevolg: epidemiën en lage levensverwachting