Tussenwerpsels

Tussenwerpsels
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tussenwerpsels

Slide 1 - Tekstslide

Theorie tussenwerpsel:
Tussenwerpsel (tw) =  uitroep (hé, oef, shit) of klanknabootsing (klats; pangpang; kedengkedeng)

- Staat aan begin of einde zin​
- Gescheiden door een komma.​

Oef, ik heb gelukkig mijn telefoon wel mee vandaag!
We moesten opdracht 3 maken voor vandaag, toch?
Bam! De deur van Justins kamer vloog met een klap dicht. 








Slide 2 - Tekstslide

Theorie tussenwerpsel:
Naar betekenis kun je de tussenwerpsels indelen in woorden …


  • van bevestiging en ontkenning: ja, jawel, nee;
  • van emotie (verbazing, schrik, pijn): au, ach, hoera, bah, foei, hèhè, oei;
  • van sociaal contact: hoi, houdoe, goedenavond, halt, sorry;
  • van klanknabootsing: miauw, waf, tok(toktok), brrr, plof, tuut(tuut).










Slide 3 - Tekstslide

Let op!
Sommige tussenwerpsels kunnen ook als bijwoord, werkwoord of als zelfstandig naamwoord voorkomen. 

'Heden (tw), wat is hier aan de hand?' riep moeder, toen ze de puinhoop in de woonkamer zag. 
De roman speelt niet in de middeleeuwen, maar in het heden (zn). 
Jarst van Wessen, neem je heden (bw) deze vrouw tot je wettige echtgenote?

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vind je een tussenwerpsel?
- voor of achter in de zin
- meestal van de rest van de zin gescheiden via een komma (,)
- vaak een uitroep of klanknabootsing (toktok)
- kan niet van vorm veranderen

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
  •  Au, je doet me heel erg pijn!
  • Jaja, dat zegt iedereen.
  • Ik kwam net de buurman tegen en hij zei: 'goedenavond'.
  • Miauw, hoorde ik net in het donkere steegje.

Slide 6 - Tekstslide

Welk woord in onderstaande zin is een tussenwerpsel?

De burgermeester zei tegen iedereen die langs liep 'goedenavond'.

A
zei
B
die
C
goedenavond
D
liep

Slide 7 - Quizvraag

Noem in de onderstaande zin het tussenwerpsel:

Elke keer als iemand langs loopt blaft mijn hond woefwoef.

Slide 8 - Open vraag

In welke zin staat een tussenwerpsel? (noteer 'zin 1', 'zin 2' of 'zin 1 en zin 2')

1. Helaas hebben we verloren.
2. Helaas, we hebben verloren.

Slide 9 - Open vraag

Welk woord in de onderstaande zin is een tussenwerpsel?

Bah, elke ochtend word ik wakker omdat mijn hond aan het blaffen is
A
Bah
B
blaffen
C
ochtend
D
ik

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf op in welke zin een tw, een ww en een zn staat.
1. Die kat miauwt de hele dag al.
2. Zo'n gekke miauw heb ik nog nooit gehoord!
3. Miauw, zei de kat tegen de hond.

Slide 11 - Open vraag

Wat heb je geleerd?
- In welke groepen zijn tussenwerpsels verdeeld?
- Hoe kun je tussenwerpsels vinden?
- Niet alle klanknabootsingen zijn tussenwerpsels
( werkwoorden).

Slide 12 - Tekstslide