Rekenen - Breuken (gelijknamig optellen en aftrekken door hele)

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Ik kan gelijknamige breuken 
optellen en aftrekken 
door de hele heen.

Slide 2 - Tekstslide

Breuken
Een breuk is een deel van een geheel.

1
6
____
teller
noemer
________

Slide 3 - Tekstslide

Breuken +
1. Maak de breuken gelijknamig. 
2. Eerst de helen, dan de breuken.
3. Zitten er helen in je breuk?
4. Kun je de breuk vereenvoudigen?

3/4 + 2/3
9/12 + 8/12
17/12 = 1 5/12

Slide 4 - Tekstslide

Oefening
4/5 + 3/5

Slide 5 - Tekstslide

Oefening
4/5 + 3/4

Slide 6 - Tekstslide

Breuken -
1. Maak de breuken gelijknamig. 
2. Moet je hele inwisselen voor breuken? 
3. Eerst de helen, dan de breuken.
4. Zitten er helen in je breuk?
5. Kun je de breuk vereenvoudigen?

1 2/3 - 3/4 = 1 8/12 - 9/12
20/12 - 9/12  
11/12

Slide 7 - Tekstslide

Oefening
4/6 - 3/5

Slide 8 - Tekstslide

Oefening
1/4 - 3/4

Slide 9 - Tekstslide

Is deze som goed gemaakt?
8/10 + 6/10 = 1 4/10
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Is deze som goed gemaakt?
1 4/6 - 5/6 = 9/6 - 5/6 = 4/6 = 2/3
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Verbind het antwoord met de som!
2/3 + 2/3
1 1/3 - 2/3
2 1/3 + 1 2/3
1 1/3
2/3
4

Slide 12 - Sleepvraag

Breuken
+
1.
2.
3.
4.
Kun je de breuk vereenvoudigen?
Eerst de helen, dan de breuken
Maak de breuken gelijknamig.
Zitten er helen in je breuk?

Slide 13 - Sleepvraag

Breuken
-
1.
2.
3.
4.
5.
Zitten er helen in je breuk?
Eerst de helen, dan de breuken.
Kun je de breuk vereenvoudigen?
Moet je hele inwisselen voor breuken?
Maak de breuken gelijknamig. 

Slide 14 - Sleepvraag

Ik kan gelijknamige breuken optellen en aftrekken door de hele heen.
Makkie!
Ja, dat lukt wel.
Nog wel wat hulp nodig.
Ik begrijp er niets van!

Slide 15 - Poll