27. Thema 4, week 1 Les 1a Omgeving en Milieu

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Ik weet dat  de nieuwe woorden over omgeving en milieu betekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Onderstreep de woorden in de leestekst.

Onderstreep de woorden in de leestekst.

Slide 3 - Tekstslide

het broeikaseffect
het minder goed weg kunnen van de warmte van de zon, waardoor het weer verandert.


Het broeikaseffect ontstaat, omdat CO2 en andere gassen een beschermende laag vormen om de aarde. Ze laten de verwarmende stralen van de zon door, maar houden een deel van de warmte vast.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

de duurzame energiebron
(twee duurzame energiebronnen)
een bron die energie opwekt uit dingen die niet op kunnen raken, bijvoorbeeld zon of wind.
Windmolens zijn een duurzame energiebron.

Slide 6 - Tekstslide

de fossiele brandstof
(twee fossiele brand-
  stoffen)
een brandstof die uit de
  aarde wordt gehaald, zoals olie en aardgas.


Het grootste deel van de energie die huishoudens gebruiken voor stroom, verwarming en vervoer is afkomstig uit fossiele bronnen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

de groene energie

duurzaam opgewekte energie,
  bijvoorbeeld door water, zon of wind.
Wij moeten meer groene energie gaan gebruiken, dat is goed voor het milieu.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

de kernenergie

 energie die opgewekt wordt uit de grondstof uranium.
Kernenergie heeft veel voordelen, want het stoot geen CO2 uit. Kernenergie heeft ook nadelen. Welke zijn dat?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

de klimaatverandering
( twee klimaatveranderingen)
 het veranderen van het weer door milieuvervuiling.
Er is net een grote conferentie geweest over de klimaatverandering. Als wij niks veranderen heeft dat grote gevolgen.

Slide 13 - Tekstslide

de waterenergie
energie die opgewekt wordt uit water, bijvoorbeeld door watermolens of stuwdammen.
Je kunt groene stroom maken met behulp van water. Deze waterenergie zorgt ervoor dat er stroom wordt opgewekt.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

de windenergie
energie die opgewekt wordt uit wind, bijvoorbeeld door windmolens.
Je kunt groene stroom ook maken met behulp van de wind. Deze windenergie zorgt ervoor dat er stroom wordt opgewekt.

Slide 16 - Tekstslide

de zeespiegelstijging
het hoger komen te staan van
  het water van de zee door het smelten van ijs.
Door de klimaatverandering is de zeespiegelstijging een feit. Willen wij dit stoppen dan moeten wij veranderen.

Slide 17 - Tekstslide

de zonne-energie
     energie die opgewekt wordt door de zon, bijvoorbeeld door zonnepanelen
Zonnepanelen vangen de zonne-energie op. Deze zonne-energie wordt omgezet naar stroom.

Slide 18 - Tekstslide

de zonnewarmte
de warmte van de stralen van de zon.
Zomers is de zonnewarmte groter dan in de winter.

Slide 19 - Tekstslide

de elektrische stroom
(twee elektrische stromen)
de elektriciteit.
De elektische stroom kun je op verschillende manieren opwekken. Weet jij op welke manieren allemaal?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Aan het werk
 Thema 4, week 1
Les 1a

Opgave 1 d

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link