Parlementaire democratie 1 - kiesrecht

Kiesrecht
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kiesrecht

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel kiesrechten kent Nederland?

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel soorten kiesrecht bestaan er in Nederland?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Kiesrecht
Alle Nederlanders van achttien jaar en ouder hebben actief en passief kiesrecht.
  • Actief kiesrecht: recht om te stemmen
  • Passief kiesrecht: recht om je verkiesbaar te stellen

Slide 4 - Tekstslide

Actief kiesrecht Nederland
Nederlanders vanaf 18 jaar mogen stemmen voor:
  1. Tweede Kamer
  2. Provinciale Staten
  3. Gemeenteraad
  4. Waterschap
  5. Europees Parlement 

Slide 5 - Tekstslide

Passief kiesrecht Nederland
Bij passief kiesrecht sta je op de kandidatenlijst, om verkozen te worden en/of je richt je eigen partij op 
Voorwaarden:
  1. Op tijd registeren bij de Kiesraad.
  2. In elke kieskring een kandidatenlijst.
  3. en dertig steunbetuigingen inleveren.
  4. Borgsom van 11.250 euro betalen.

Slide 6 - Tekstslide

Ik ga als ik 18 ben gebruik maken van mijn...
A
Actief kiesrecht
B
Passief kiesrecht
C
Beiden
D
Geen van beiden

Slide 7 - Quizvraag

Kiesraad
Centraal stembureau:
  • Stelt de officiële uitslag vast Eerste en Tweede Kamer en Europees Parlemen
Adviesorgaan
  • Adviseert overheid op het gebied van kiesrecht en verkiezingen
Informatiecentrum
  • Informeert burger over verkiezingen

Slide 8 - Tekstslide

Zetelverdeling
Verkiezingen worden gehouden volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
Elke partij krijgt het aantal zetels dat in verhouding is met het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen.
- 30% van de stemmen is 30% van de zetels. i.p.v. Districtenstelsel / ‘winner takes all

Slide 9 - Tekstslide

Voor- en nadelen evenredige vertegenwoordiging
Voordelen:
  • Iedere stem telt even zwaar mee
  • Ook kleinere partijen in de kamer
Nadelen:
  • Alle partijen hebben spreekrecht - lange debatten, met bijvoorbeeld moeilijke formatie tot gevolg
Mogelijke aanpak: kiesdrempel 

Slide 10 - Tekstslide

Kiesdeler
 De kiesdeler is de hoeveelheid stemmen die nodig zijn voor één zetel.
Voorbeeld:
1 miljoen Nederlanders stemmen, er zijn 150 zetels = 66.667 stemmen nodig voor 1 zetel 

Slide 11 - Tekstslide

Na verkiezingen
De dag na de verkiezingen begint meteen de formatie van het nieuwe kabinet. Kabinet = ministers + staatssecretarissen
Meestal wordt gekeken naar een coalitie met de meerderheid in de Tweede Kamer
Een informateur onderzoekt welke partijen samen een coalitie kunnen maken om het kabinet  te vormen. 
Deze partijen gaan dan onderhandelen over het regeerakkoord (coalitieakkoord). Hierin komen afgesproken hoofdlijnen van het beleid.

Slide 12 - Tekstslide

Wie zitten er nu in de coalitie?
A
D66, PVV en GroenLinks
B
PvdA, VVD, PVV en FvD
C
VVD, D66, CDA, en ChristenUnie
D
ChristenUnie, D66, PVV en CDA

Slide 13 - Quizvraag

Formatie
De formateur vormt het daadwerkelijke kabinet. Meestal is dit de lijsstrekker van de grootste partij.
Dit wordt meestal de nieuwe minister-president.
Ministers en staatssecretarissen worden uitgezocht en verdeeld door de coalitiepartijen, en benoemd door de koning.
Sinds 2012 zit de koning niet meer bij de formatie. De Kamer heeft hier nu zelf het initiatief toe.

Slide 14 - Tekstslide

Taken koning i.v.m. regering
  • Handtekening plaatsen onder wetten.
  • Troonrede voorlezen op Prinsjesdag, aan 1e+2e kamer.
  • Ministers benoemen.
  • Regelmatig overleg voeren met de minister-president.
  • Binnenlandse werkbezoeken
  • Buitenlandse staatsbezoeken
  • Benoeming hoofd gemeente/provincie
  • Nationale herdenkingen en ceremonies

Slide 15 - Tekstslide

Toets - 21 maart
Meerkeuzetoets op de computer
Nodig: Eigen laptop + SEB (eigen verantwoordelijkheid!)

Leren:
  • Wat is maatschappijleer?
  • Politiek systeem en proces
  • Verhouding overheid en burgers
  • Democratisch handelen
  • Gemeente, provincie en land
ELO PPT 1, 2 en 5 en/of LessonUps

Slide 16 - Tekstslide

Praktische opdracht
Beoordeling wordt gemaild. 

Vragen? 
Mail of loop even langs
Toets
Zorg ervoor dat alle vragen die je hebt voor je toets na deze les zijn beantwoord.

Heb je later nog vragen?
Mailen/bericht sturen

Slide 17 - Tekstslide