Paragraaf 3.1 De atmosfeer deel 1: samenstelling en opbouw opg 1 tm 6

Lesdoelen paragraaf 3.1:
  • Je kunt de verschillen tussen weer en klimaat benoemen.
  • Je weet wat de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer is.
  • Je weet hoe het natuurlijk broeikaseffect werkt.
  • Je weet waardoor er variaties zijn in instraling van de zon.
  • Je weet hoe zonne-energie op aarde wordt herverdeeld.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen paragraaf 3.1:
  • Je kunt de verschillen tussen weer en klimaat benoemen.
  • Je weet wat de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer is.
  • Je weet hoe het natuurlijk broeikaseffect werkt.
  • Je weet waardoor er variaties zijn in instraling van de zon.
  • Je weet hoe zonne-energie op aarde wordt herverdeeld.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SAMENSTELLING EN OPBOUW ATMOSFEER
OPGAVE 2

Dampkring (atmosfeer)
Samenstelling van de dampkring
De dampkring (of atmosfeer) is de luchtlaag om de aarde heen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans / energiebalans

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3 stralingsbalans
  • kortgolvige straling
  • reflectie
  • absorptie
  • langgolvige straling
  • broeikaseffect (natuurlijk vs versterkt
  • broeikasgassen (waterdamp, koolstofdioxide)
  • temperatuur aan het aardoppervlak is 15 °C






Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet hierboven het natuurlijk broeikaseffect.
Wat verandert er bij het versterkte broeikaseffect?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

toendra
albedo= percentage teruggekaatste zonnestralen.
situatie: in poolgebied meer ijsbedekking gedurende het jaar dan in toendra.
alg. regel: albedo van ijs is  groot.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breedteligging
Breedteligging en temperatuur
opgave 4

Slide 9 - Tekstslide

De zon is een ‘kachel’ die de aarde verwarmt. Maar de zon geeft niet overal op aarde evenveel warmte af. De breedteligging van een plaats is van grote invloed op de temperatuur. Op hoge breedte, dus in de poolstreken, is het koud. Op lage breedte, dus in de tropen, is het warm. Die temperatuurverschillen hebben twee oorzaken.
  1. Verwarmen van de grote van het aardoppervlak,
  2. Afstand die de zonnestralen afleggen door de dampkring

hoge breedte
hoge breedte
lage breedte
gematigde breedte
gematigde breedte

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opg 5: wind-en zeestromen
Transporteurs van warmte vanaf lage breedte (evenaar), naar hoge breedte (polen).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opg 6a: Weer:
  • toestand van de dampkring
  • momentopname
  • bepaalde plaats
  • elementen van het weer: temperatuur, wind en neerslag
Opg6a: Klimaat:
  • gemiddelde weer
  • periode 30 jaar
  • groot gebied

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende sferen op aarde
Atmosfeer:
De gassen om de aarde heen
Biosfeer:
alles wat leeft op aarde
Hydrosfeer:
water
Lithosfeer:
aardkorst

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies