H2 Werkwoordspelling: zinnen met meerdere persoonsvormen

Gister
Aan elkaar of los
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Gister
Aan elkaar of los

Slide 1 - Tekstslide

Taalverzorging: samengestelde zinnen en meerdere persoonsvormen in de zin
* samengestelde zinnen maken

* werkwoordsvormen in samengestelde zinnen goed spellen

Slide 2 - Tekstslide

SAMENGESTELDE ZINNEN

Wanneer je van twee korte zinnen één lang zin maakt,

dan noem je die zin een samengestelde zin.


VOORBEELD:

Ik loop naar de bakker.       Ik koop een brood.


Ik loop naar de bakker en ik koop een brood.



Het woordje 'en' verbind hier de twee zinnen aan elkaar.

Slide 3 - Tekstslide

SAMENGESTELDE ZINNEN


In iedere zin staat een persoonsvorm. 

Zinnen met twee persoonsvormen noem je

samengestelde zinnen. 





Slide 4 - Tekstslide

SAMENGESTELDE ZINNEN

In een samengestelde zin kunnen naast de persoonsvormen nog meer werkwoorden staan.


VOORBEELD:

De fietser wil graag doorrijden, maar de weg is geblokkeerd.

                                                   



pv
pv
geen pv
geen pv

Slide 5 - Tekstslide

PERSOONSVORMEN

IN EEN SAMENGESTELDE ZIN

Zet de zin in een andere tijd:

Je maakt van de tegenwoordige tijd verleden tijd, of andersom. 

De werkwoorden die veranderen, zijn de persoonsvormen.


VOORBEELD:

Ariane vertelt dat ze een prijs heeft gewonnen. 


 Ariane vertelde dat ze een prijs had gewonnen.

Slide 6 - Tekstslide

Doe mee:
Pak je schrift en schrijf op:

Taalverzorging H2 - spelling
Opdracht 1

Slide 7 - Tekstslide

1
Boven de duinen (cirkelen) nu al een uur lang een helikopter die de duinbrand (blussen).

Slide 8 - Tekstslide

2
Terwijl de dierenarts en haar assistent het konijn gisteren  (onderzoeken), (beven) het dier vreselijk.

Slide 9 - Tekstslide

3
Ik (verzenden) vandaag het pakketje, zodat het morgen bij de ontvanger in huis (liggen).

Slide 10 - Tekstslide

4
Twee agenten (willen) zonet de dieven arresteren, maar zij
 (vluchten).

Slide 11 - Tekstslide

5
Onlangs (testen) de Consumentenbond hamburgers en binnenkort (publiceren) hij de uitslag.

Slide 12 - Tekstslide

Nu jullie
Maak opdracht 2 t/m 5
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Welkom

Slide 14 - Tekstslide

SAMENGESTELDE ZINNEN

Met een verbindingswoord, zoals en, maar, omdat  of want, kun je van twee korte zinnen een samengestelde zin maken:


VOORBEELD:

Kim leest een boek.      Rick leest een stripverhaal.


Kim leest een boek, maar Rick leest een stripverhaal.



Slide 15 - Tekstslide

SAMENGESTELDE ZINNEN

Soms verandert de volgorde van de woorden in het tweede deel van de zin:


VOORBEELD:

Giel zit op basketbal.       Hij houdt van sporten.


Giel zit op basketbal, omdat hij van sporten houdt.



Slide 16 - Tekstslide

Verbind de losse zinnen met een passend verbindingswoord, zodat je één goede zin krijgt. Je mag de woordvolgorde veranderen.
Kies uit: dus, maar, omdat

Wouter zat in het park te vissen. Hij ving niet één vis.

Slide 17 - Open vraag

Verbind de losse zinnen met een passend verbindingswoord, zodat je één goede zin krijgt. Je mag de woordvolgorde veranderen.
Kies uit: dus, maar, omdat

Robin heeft strafwerk. Ze praatte tijdens de les.

Slide 18 - Open vraag

Verbind de losse zinnen met een passend verbindingswoord, zodat je één goede zin krijgt. Je mag de woordvolgorde veranderen.
Kies uit: dus, maar, omdat

Op zaterdag eten wij altijd pizza. Mijn moeder heeft geen zin om te koken.

Slide 19 - Open vraag

Aan het werk
Blz. 64 opdracht 1-5

Slide 20 - Tekstslide