Eerste wet van Newton

Teken alle krachten die op
een blokje op een helling werken.
1 / 35
volgende
Slide 1: Open vraag
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Teken alle krachten die op
een blokje op een helling werken.

Slide 1 - Open vraag

Wat is een gevolg van een kracht?
A
Vervormen
B
Op zijn plaats blijven
C
Met constante snelheid voortbewegen
D
Van snelheid veranderen

Slide 2 - Quizvraag

Vervormen


Op zijn plaats blijven

Slide 3 - Tekstslide

Met constante snelheid voortbewegen
Van snelheid veranderen

Slide 4 - Tekstslide

Hoe heet de totale kracht op een voorwerp?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de resulterende kracht?

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent Fres = 0 N voor de snelheid?

Slide 7 - Open vraag

Vliegtuig
Krachten in evenwicht,
Fres = 0!

Maar het vliegtuig kan niet
in rust zijn..

Slide 8 - Tekstslide

Resulterende kracht bij een constante snelheid
Een motorboot vaart in een rechte lijn, hieronder het (v,t)-diagram.


Slide 9 - Tekstslide

Wat gebeurt er in interval I?
A
De boot ligt stil
B
De boot versnelt
C
De snelheid van de boot is constant
D
De boot vertraagt

Slide 10 - Quizvraag

Interval I
In interval I is de boot in rust, de resulterende kracht is dan 0N. De krachten zijn in evenwicht.

De grootte en richting van de snelheid veranderen dan niet.

Slide 11 - Tekstslide

Wat gebeurt er in interval II?
A
De boot ligt stil
B
De boot versnelt
C
De snelheid van de boot is constant
D
De boot vertraagt

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurt er in interval III?
A
De boot ligt stil
B
De boot versnelt
C
De snelheid van de boot is constant
D
De boot vertraagt

Slide 13 - Quizvraag

Interval III
In interval III verandert de snelheid niet van grootte én niet van richting. Ook nu is de resulterende kracht 0N, de krachten zijn in evenwicht.

De voorwaartse kracht is even groot als de wrijvingskracht.

Slide 14 - Tekstslide

Wat gebeurt er in interval IV?
A
De boot ligt stil
B
De boot versnelt
C
De snelheid van de boot is constant
D
De boot vertraagt

Slide 15 - Quizvraag

Eerste wet van Newton
Als op een voorwerp geen resulterende kracht werkt, dan beweegt het voorwerp eenparig rechtlijnig of is in rust.

En ook andersom: Als een voorwerp met constante snelheid langs een rechte lijn beweegt of in rust is, is de resulterende kracht op dat voorwerp gelijk aan 0N.

Slide 16 - Tekstslide

Eerste wet van Newton
Dus: Voorwerpen met een eenparige beweging (constante snelheid) houden deze snelheid, om de snelheid te veranderen is er een resulterende kracht van buitenaf nodig.


Slide 17 - Tekstslide

Rolschaatsen
Je stopt met afzetten, maar
glijdt nog wel door.

Je vertraagt wel door wrijving

Slide 18 - Tekstslide

In de praktijk
Een bouwvakker loopt met een kruiwagen met stenen met constante snelheid. Op het horizontale terrein is de rolweer-standskracht 0,8 kN.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Eerste wet van Newton:

Geen resulterende kracht, dus snelheid constant.

Slide 21 - Tekstslide

Eerste wet van Newton:

Geen resultante kracht, dus snelheid constant.

Slide 22 - Tekstslide

Eerste wet van Newton:

Geen resultante kracht, dus snelheid constant.
Resulterende kracht in de richting van de beweging: versnelling

Slide 23 - Tekstslide

Eerste wet van Newton:

Geen resultante kracht, dus snelheid constant.
Resulterende kracht in de richting van de beweging: versnelling
Resulterende kracht tegen de richting van de beweging in: vertraging

Slide 24 - Tekstslide

Eerste wet van Newton:

Geen resultante kracht, dus snelheid constant.
Resulterende kracht in de richting van de beweging: versnelling
Resulterende kracht tegen de richting van de beweging in: vertraging
a=mFres

Slide 25 - Tekstslide

Tweede wet van Newton
a=mFres

Slide 26 - Tekstslide

Tweede wet van Newton
a=mFres
Fres=ma

Slide 27 - Tekstslide

Tweede wet van Newton
a=mFres
Fres=ma
Fres is de resultante kracht (N)
m is de massa (kg)
a is de versnelling (m/s2)

Slide 28 - Tekstslide

Tweede wet van Newton
a=mFres
Fres=ma
Fz=mg
Fres is de resultante kracht (N)
m is de massa (kg)
a is de versnelling (m/s2)

Slide 29 - Tekstslide

Tweede wet van Newton
a=mFres
Fres=ma
Fz=mg
Fres is de resultante kracht (N)
m is de massa (kg)
a is de versnelling (m/s2)
Bij een vrije val:
a = g = 9,81 m/s2

Slide 30 - Tekstslide

Een automobilist trekt met gierende banden op. De resulterende kracht op de auto is dan 2,7 x N.
In 10 s bereikt hij een topsnelheid van 108 km / h.

Bereken de versnelling en de massa van de auto (inclusief automobilist).
103

Slide 31 - Open vraag

Een wielrenner die een snelheid van 36 km/h heeft, remt plotseling af voor een stoplicht. De remkracht is 50 N. De massa van de wielrenner met fiets is 75 kg.

Bereken de vertraging en de remtijd van de fietser.

Slide 32 - Open vraag

Ontbind Fres (groen) in de figuur op papier
en stuur een foto/het antwoord in. Hoek alfa =
130°, hoek beta = 15° en de nettokracht is 45 N.
Schaal: 1 cm =^ 10 N
timer
7:00

Slide 33 - Open vraag

timer
5:00

Slide 34 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 35 - Tekstslide