7. Tarea 3

Hoy en la clase de español

  • La planificación 
  • Repaso gerundio 
  • ¡Los números!
  • Vamos a leer
  • El tiempo
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoy en la clase de español

  • La planificación 
  • Repaso gerundio 
  • ¡Los números!
  • Vamos a leer
  • El tiempo

Slide 1 - Tekstslide

Voorstellen in het Spaans
La evaluación
Vrijdag 11 november - 5e uur
SO: tarea 1.6 + tarea 2 + tarea 3.1 + 3.2

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets bespreken!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuw leerdoel:
Ik kan vertellen wat ik aan het doen 
ben met de gerundio.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

trabajar, él

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

escribir, nosotros

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

comer, Pepe y tú

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ducharse, yo

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

dormir, ellos

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

¿escuchar, tú?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

decir, el profesor

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nieuw leerdoel:
Ik ken de getallen t/m 1000

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Los números
hasta
1000

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡OJO!
Alleen tussen tientallen schrijf je y
Bij de honderdtallen enkel een spatie.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.
a. 333 - trescientos treinta y tres.
b. 679 - seiscientos setenta y nueve
c. 510 - quinientos diez
d. 967 - novecientos sesenta y siete
e. 701 - setecientos uno
f. 480 - cuatrocientos ochenta
g. 992 - novecientos noventa y dos 
h. 216 - doscientos dieciséis
6. 
a. 185 - ciento ochenta y cinco
b. 202 - doscientos dos
c. 450 - cuatrocientos cincuenta
d. 753 - setecientos cincuenta y tres
e. 560 - quinientos sesenta
f. 941 - novecientos cuarenta y uno
Las respuestas de los deberes

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuw leerdoel:
Ik kan praten over het weer.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LA página 31

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vamos a leer
excursión
visitar
profesor
bocadillos
frío
gorro
cámara
10 euros
ocho
pronto

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Las respuestas 
5.
a. verdad             b. falso (bocadillos)           c. verdad            d. falso (10 euros)              e. verdad


6.
a. Para hacer la excursión hay que pagar 10 euros.
b La madre dice que en la montaña hace frío y que Javi debe llevar un anorak, unos guantes y un gorro.
c. El profesor dice que todos los estudiantes tienen que llevar unos bocadillos y una bebidas.
d. La excursión es a las ocho de la mañana y Javi tiene que acostarse pronto el viernes. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡A trabajar!
1. Vul woordenlijst 3.1 in 
2. Bekijk de plaatjes op pagina 32 van je boek (LA)
3. Vul woordenlijst 3.2 in
4. Maak nu opdracht 1 en 4.
5. Klaar? Woordenschat leren! 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 
unas bebidas - een paar drankjes
la montaña - de berg 
normalmente - gebruikelijk/normaal 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hay nieve
er is sneeuw
hay hielo
er is vorst
hay nubes 
er zijn wolken
hay niebla
er is mist
hay lluvia
er is regen 
hay tormenta
er is onweer
está nublado
het is bewolkt
Construcciones con hay
Construcción con estar

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

construcciones met hay
¿Qué tiempo hace? 
Wat voor weer is het?
hace frío 
het is koud
hace calor
het is warm
hace sol
het is zonnig
hace viento
het is winderig
hace buen tiempo
het is goed weer 
hace mal tiempo
het is slecht weer 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hablar del tiempo que hace
¡Qué frío tengo!
Wat heb ik het koud!
¡Qué calor hace!
Wat is het warm!
¡Qué calor tengo!
Wat heb ik het warm!
¿Tienes frío/calor?
Heb je het koud/warm?
Hace mucho/muchísimo frío/calor. 
Het is heel/ontzettend koud/warm.
Hace un día muy bueno/malo.
Het is een goede/slechte dag. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Las respuestas; 

2.
  • una docena de rosas
  • un perfume
  • un pañuelo de seda
  • un reloj
  • un anillo
  • un libro
  • un jarrón
  • un cuadro
  • un collar 

3. 
1. El padre es conservador.
2. La hermana es romántica.
3. La tía Rosa es intelectual.
4. Los abuelos son conservador. 
5. El autor del relato es modesto y original. 

Sevilla
Un día solo para mamá

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Las respuestas
4.
a. Una docena de rosas sirve para decorar un lugar y oler bien. 
b. Un persume sirve para oler bien. 
c. Un pañuelo de seda sirve para vestirse y estar más guapa. 
d. Un reloj sirve para saber la hora. 
e. Un anillo sirve para vestirse y estar más guapa.
f. Un libro sirve para leer, entretenerse y saber más. 
g. Un jarrón sirve para poner flores. 
h. Un cuadro sirve para poner fotos y decorar un lugar.
i. Un collar sirve para vestirse y estar más guapa. 
Barcelona
Un día solo para mamá

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies