les 5 rekenen tot 1000
1 / 47
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Reken uit op verschillende manieren:
259 + 137 =
259 + 137 =
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Kolomsgewijs:
1487 + 463 =
2,38 + 13,016 =
1487 + 463 =
2,38 + 13,016 =
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Cijferend optellen:
1359 + 333 =
10,59 + 4,103 =
1359 + 333 =
10,59 + 4,103 =
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Kolomsgewijs of cijferend:
1935 – 948 =
23,16 – 5,389 =
1935 – 948 =
23,16 – 5,389 =
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Kolomsgewijs
364 x 26 =
364 x 26 =
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Kolomsgewijs delen:
5400:15 =
2272:8 =
5400:15 =
2272:8 =
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Cijferend delen:
6/534\
6/534\
