H5 spelling - leestekens

Spelling 
Leestekens
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling 
Leestekens

Slide 1 - Tekstslide

Welke regels
van leestekens ken je nog?

Slide 2 - Woordweb

Een komma plaats je alleen voor een bijstelling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Een dubbele punt gebruik je om een gedachte aan te kondigen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een zin met een directe rede.

Slide 5 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een zin met een indirecte rede.

Slide 6 - Open vraag

Zet in de directe rede:
Hij zegt dat Jan bang is.

Slide 7 - Open vraag

Zet de zin in indirecte rede:
Toen zei ze tegen me: 'Ik wil je nooit meer zien.'

Slide 8 - Open vraag

In de zin zijn leestekens vergeten. Neem de zin over en zet de leestekens op de juiste plek.

in het bos zagen we veel verschillende dieren vogels insecten herten en vossen

Slide 9 - Open vraag

In de zin zijn leestekens vergeten. Neem de zin over en zet de leestekens op de juiste plek.

au ik ben in een spijker gaan staan

Slide 10 - Open vraag

In de zin zijn leestekens vergeten. Neem de zin over en zet de leestekens op de juiste plek.

denk toch aan je geluk riep hij uit

Slide 11 - Open vraag

Ik liep door Amsterdam, een van de mooiste steden in ons land met mijn zusje Liselotte.
A
Achter 'land' moet een komma
B
De komma na 'Amsterdam' moet weg
C
Achter 'zusje' moet een komma
D
Deze zin is goed

Slide 12 - Quizvraag

Huiswerk 
Oefenboekje onderdeel spelling:
Opdracht 62, 63. 

Slide 13 - Tekstslide