3 Schuldig of onschuldig

Schuldig of onschuldig?
Paragraaf 5
Tekst
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Schuldig of onschuldig?
Paragraaf 5
Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen?
             De vorige les
 Filmpje                                                            Uitleg 
                                         
                      Evaluatie                

Slide 2 - Tekstslide

De rechter beslist
Van politie, via officier...naar de rechter!

Vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Belangrijkste personen
  1. De verdachte geholpen door een advocaat.
  2. De officier van jusititie die wil bewijzen dat de verdachte schuldig is.
  3. De rechter die beslist of de verdachte schuldig is en wat voor straf hij krijgt.

Slide 5 - Tekstslide

Pech...naar de rechter!


  • dagvaarding (waarom, wanneer, waar)


  • rechtszitting 

Slide 6 - Tekstslide

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 7 - Tekstslide


Hoe verloopt 

een rechtszaak?

Slide 8 - Tekstslide


1. 
De opening


Naam & woonplaats

Slide 9 - Tekstslide


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=tenlastelegging) voor

Slide 10 - Tekstslide


3.
Het verhoor van de verdachte


Eerst zelf vertellen wat er is gebeurd. Dan ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.

Slide 11 - Tekstslide


4.

Het getuigenverhoor



Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Getuigen mogen niet liegen.

Slide 12 - Tekstslide

5.


De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis

Slide 13 - Tekstslide


6. 
Het pleidooi



Jouw advocaat gaat jou verdedigen en vraagt om vrijspraak of een lichte straf. Soms doet de verdachte zelf zijn verdediging

Slide 14 - Tekstslide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier

Slide 15 - Tekstslide


8. 

De uitspraak



De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Meestal is de uitspraak of het vonnis pas later

Slide 16 - Tekstslide

Rechter geeft straf
  1. geldboete
  2. (voorwaardelijke) gevangenisstraf
  3. taakstraf
  4. Wie had een andere straf gegeven?

Slide 17 - Tekstslide