Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
5.4
Welkom 2C
§ 5.4 Wat houd je echt over?
Economie
Pincode
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
14 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom 2C
§ 5.4 Wat houd je echt over?
Economie
Pincode
Slide 1 - Tekstslide
Programma
- Welkom
- Terugblik
- Huiswerk
- Leerdoelen
- Theorie
- Aan de slag
- Afsluiter
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik
Wat is BTW?
Wat is de consumentenprijs?
Hoe bereken ik van verkoopprijs naar consumentenprijs?
Hoe bereken ik van consumentenprijs naar verkoopprijs?
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk
opdrachten van 5.3
2,5,7,8,9,12,13, 15, 16, 17 en 19
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
In deze presentatie leer je:
wat het verschil is tussen inkoopprijs en inkoopwaarde
hoe je de brutowinst berekent
wat hoe je rekening houdt met je bedrijfskosten
hoe je de uiteindelijke winst berekent
Slide 5 - Tekstslide
Inkopen
De prijs die je voor de inkoop van één product betaalt, is de inkoopprijs.
Het totaalbedrag dat je betaalt voor de inkoop van alle producten is de inkoopwaarde.
Slide 6 - Tekstslide
Blijft er iets over?
Door producten te verkopen, ontvang je als winkelier geld.
Het totaalbedrag dat je door de verkoop ontvangt, is de omzet of verkoopopbrengst.
Met een deel van de omzet betaal je de inkoopwaarde van de producten.
Wat daarna overblijft is de brutowinst.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Berekening
Brutowinst = Omzet - inkoopwaarde
Stel een chipsfabriek maakt in de maand januari een omzet van 19.400 euro. Zijn inkoopwaarde bedraagd 12.400 euro.
Hoeveel is zijn brutowinst?
Slide 9 - Tekstslide
Bedrijfskosten
Nadat je de inkoopprijs betaald hebt, heb je nog andere kosten.
Dat zijn je bedrijfskosten, zoals:
personeelskosten (loonkosten)
huur van je winkelpand
verzekeringskosten
reclamekosten
energiekosten
kosten van de winkelinrichting.
Slide 10 - Tekstslide
Wat blijft er over?
Van de brutowinst moet je als winkelier nog de bedrijfskosten betalen.
Wat daarna overblijft, is de nettowinst.
De nettowinst is je inkomen.
Slide 11 - Tekstslide
Netto!
Nettowinst= Brutowinst - Bedrijfskosten
Stel een chipsfabriek maakt in de maand januari een omzet van 19.400 euro. Zijn inkoopwaarde bedraagt 12.400 euro. Zijn bedrijfskosten zijn 3000 euro
Wat is zijn nettoloon?
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag
Ga zelfstandig aan de slag met de opdrachten van 5.4
opdrachten = 2,4,6,7,8,10,12,15,17, en 18
Vragen? ik loop rond, anders check de tekst bronnen
Klaar? Herhalingsopdracht van 5.3
laatste 5 minuten de afsluiter
Slide 13 - Tekstslide
Afsluiter
Wat is het verschil met inkoopprijs en inkoopwaarde?
Hoe bereken je de brutowinst?
Wat zijn bedrijfskosten?
Hoe bereken je de nettowinst?
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
6.3 Hoe maak je winst?
December 2018
- Les met
28 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Administratie hst 1 Een bedrijf van dichtbij paragraaf 5 en 6
January 2022
- Les met
21 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
6.3 Winst of verlies?
November 2018
- Les met
26 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Commercieel H4 | Hoe bepaal je de prijs van artikelen? deel 1
August 2020
- Les met
19 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
GT2 btw en nettowinst
April 2022
- Les met
16 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
§5.4 Wat houd je echt over?
February 2025
- Les met
22 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Rekenherhaling, mogelijk ook het SO
February 2024
- Les met
24 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
Herhaling H5 basis
May 2024
- Les met
28 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3