Lijdend voorwerp 7

Multimediale interactieve digiles
Wat is het lijdend voorwerp?
ICT - portfolio: Digitale didactiek
Elske Oord
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Multimediale interactieve digiles
Wat is het lijdend voorwerp?
ICT - portfolio: Digitale didactiek
Elske Oord

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Didactische verantwoording
  • Lesdoel: Aan het einde van de les kunnen de leerlingen het lijdend voorwerp (lv) in een zin vinden en de stappen die daarvoor nodig zijn doorlopen.
  • Vakgebied: Taal
  • Doelgroep: Groep 7
  • Didactisch model: Directe Instructie Model (zie slidestructuur)
  • Werkvorm: quiz-achtige vragen via LessonUp-app
Aanvullende informatie en instructie is te vinden in de notities per pagina.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les is een herhalingsles en daarom is de insteek van de les: veel succeservaring. Dit behaal ik door korte quizvragen aan te bieden. De leerlingen vinden het geweldig dat hun chromebook betrokken wordt bij de les en de betrokkenheid is daarom groot.

De fase van het didactisch model per pagina staat in de slidestructuur. 
Het lijdend voorwerp
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 3 - Tekstslide

Vertel het doel van de les: Aan het einde van deze les kun je het lijdend voorwerp van een zin vinden. Je leert dat je hiervoor eerst de stappen doorloopt die we tot nu toe al hebben geleerd.
Hoe vind je het lijdend
voorwerp?
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

De leerlingen hebben al een instructie gehad over het lijdend voorwerp. Daarom stel ik nu deze open vraag om de voorkennis te activeren en om leerlingen te doen beseffen dat ze het wel/niet weten en dus even op moeten letten!

Laat de leerlingen de code invullen om deel te nemen aan de les.

Laat de verschillende antwoorden zien zodra de leerlingen een antwoord hebben ingezonden. De optie 'toon namen' is uitgeschakeld.

Antwoord: "Wat/wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?". Het antwoord is het LV
Stappenplan
ww gez.
  • Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin. 
  • Een persoonsvorm behoort dus ook altijd tot het werkwoordelijk gezegde!

Slide 5 - Tekstslide

Vertel dat we voortbouwen op wat we al geleerd hebben (de leerlingen hebben zelfs al een uitleg gehad over lv). Het is belangrijk dat we de volgende stappen al kennen (zoom in op afbeelding, die optie staat aan het noteer evt. de stappen):
Stap 1: zoek de pv
Stap 2: zoek het ow
Stap 3: zoek het ww gez. Leg uit dat de pv bij het ww gez hoort.

Vandaag komt stap 4 erbij:
Stap 4: zoek het lv
Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP

Dus eerst... stap 1, stap 2 én stap 3.


Slide 6 - Tekstslide

Leg uit dat het belangrijk is om de stappen te doorlopen. 
Stap 1: zoek de pv
Stap 2: zoek het ow
Stap 3: zoek het ww gez
Stap 4: zoek het lv
Let op!
  • Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
  • Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!

Slide 7 - Tekstslide

Vraag de leerlingen wat een voorzetsel is.
Wat is het onderwerp? (OW)

Marina legt het onderwerp uit.
A
Marina
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 8 - Quizvraag

Begeleide inoefening. Meerkeuzevraag.

Ga bij de uitleg duidelijk de stappen langs. Dus eerst pv, dan ow.
Een lijdend voorwerp ...
A
Wat/Wie + wwg + ow?
B
Wat/Wie + pv + ow?

Slide 9 - Quizvraag

Controlevraag
Wat wordt de vraag om het lijdend voorwerp te vinden in de volgende zin?

Mijn vader leest de krant.

Slide 10 - Open vraag

Open vraag. Model voordat je naar de antwoorden gaat de juiste oplossing. Daarna kun je kort de antwoorden bekijken (hoeft niet).
Wat is het lijdend voorwerp?

Mijn vader leest de krant.
A
Mijn Vader
B
leest
C
de krant

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp?

Ik eet elke dag een taartje.
A
Ik
B
eet
C
elke dag een taartje
D
een taartje

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp?

Op haar verjaardag kreeg zij van haar vriendin een fraaie trompet.
A
Op haar verjaardag
B
zij
C
van haar vriendin
D
een fraaie trompet

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig verwerken

Snappet-les afmaken

Tot streefniveau

Slide 14 - Tekstslide

De leerlingen werken zelfstandig verder op Snappet. Ze mogen naar het leerplein zodra ze hun taalles op streefniveau hebben.
Reflectie

Slide 15 - Tekstslide

Laat de leerlingen reflecteren op de les. Wie heeft het lesdoel behaald? En wie voelt zich competent genoeg om deze stof aan een andere leerling uit te leggen?
Waar let je dan op en wat moet je niet vergeten?
Volgende stap

Slide 16 - Tekstslide

Blik vooruit door te vertellen dat we nu al steeds meer zinsdelen een naam kunnen geven en dat een volgende stap zal zijn dat we weer een nieuwe leren. Maar eerst zullen er nog meer lessen volgen waarin we het lijdend voorwerp herhalen.
Differentiatie
De leerlingen maken opdrachten die passen bij hun eigen niveau op Snappet.

Zodra ze 2x een fout maken, vragen ze een leerkracht op hulp of gaan ze zelfstandig terug naar de instructie die hoort bij de les.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronvermelding

Slide 18 - Tekstslide

Deze pagina bevat hyperlinks naar de bron van de informatie.