Hofcultuur Samenvatting deel 1

Hofcultuur 
Deel 1 
Over het humanisme, de wetenschap, beeldende kunst en architectuur
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hofcultuur 
Deel 1 
Over het humanisme, de wetenschap, beeldende kunst en architectuur

Slide 1 - Tekstslide

Hofcultuur
Hofcultuur is de term die de examenmakers gebruiken om de periode aan te duiden die we in de cultuurgeschiedenis aanduiden met de Renaissance en Barok.

Slide 2 - Tekstslide

  • De wereld van de kunst speelt zich af aan het hof.
  • Het woord hof gebruiken we voor de plek waar de adel woont; kastelen, paleizen, villa's, enz..
  • Adel bestaat al uit de tijd van de oude Grieken -  de hoogste klasse in de samenleving.
  • De adel heeft vanaf de tijd dat ze geboren worden veel macht en geld. Daarom behouden ze nauwe banden met de geestelijke leiders. In de tijd van de Grieken zijn dat de priesters en in de Middeleeuwen de christelijke kerk.
  • De christelijke kerk speelt een belangrijke rol in de tijd van de hofcultuur. Je zou kunnen zeggen dat ze naast het adellijke hof ook een eigen hof vormen. Met aan het hoofd de Paus.

Slide 3 - Tekstslide

Renaissance
  • 15e en 16e eeuw
  • Ondanks we een Franse term gebruiken voor deze periode begint de  Renaissance in Italië.
  • In de 15e eeuw bestaat Italië uit verschillende stadsstaten die vaak met elkaar in oorlog waren.
  • De heersers van de steden waren vaak adellijke families. Lieten hun macht blijken door vaak grote paleizen te bouwen en die te decoreren met indrukwekkende kunst.
  • Het culturele leven speelde zich dus ook voornamelijk af aan het hof.

Slide 4 - Tekstslide

Renaissance
Betekent letterlijk de wedergeboorte van de Klassieken. 
In de periode van 1500 tot 1600 was er een hernieuwde belangstelling voor de klassieken. Dit was met name voor mensen van adel, en andere mensen die de kans kregen om te leren lezen en studeren, zoals geestelijken en zeer rijke burgers. 

Dit waren dus meestal de adel en andere intellectuele mensen, zoals de geestelijken, maar ook kunstenaars werden geacht om kennis te hebben van de wetenschap, literatuur en kunst uit die tijd. Je kunt dan denken aan:
meetkunde, klassieke talen, kennis van de oude mythologieën, kennis van de bijbel maar ook andere oude religies, van de bouwkunst/ architectuur, de beeldende kunst en toneel. 

Slide 5 - Tekstslide

Humanisme: 
de mens staat centraal
In de filosofie van de humanisten staat de mens centraal. De belangstelling voor de klassieken maakt van de mens in de renaissance nog geen heiden. Nee, de mens beschouwt zichzelf als de schepping van God. Hij is er zich bewust van dat hij is geschapen naar Gods evenbeeld. Mensen hebben in de humanistische visie de belangrijkste rol binnen Gods schepping. 
Dit is anders als in de middeleeuwen. Toen was God een strenge rechter, een alleswetende macht die alles kon beïnvloeden. 

Slide 6 - Tekstslide

Anatomie
In middeleeuwse kunst draaide bijna elk kunstwerk om bijbelverhalen, waarin Jezus, Maria of andere heiligen een rol speelden. 
In de renaissance kunst kreeg men interesse voor de mens en ook voor de bouw van de mens. 

Leonardo da Vinci bestudeerde lijken om te weten hoe een mens in elkaar zat en maakte tekeningen van de anatomie van de mens. Kennis van  anatomie was belangrijk voor een renaissance kunstenaar.

Slide 7 - Tekstslide

Mens staat centraal
God staat in het humanisme voor een soort abstract idee: het volmaakte, de perfectie. En deze perfectie dachten de humanisten terug te vinden in de natuur (mens, plant en dier) en vervolgens ontdekten zij hierin in de geometrie: de volmaakte vormen van bijvoorbeeld een cirkel, een vierkant, een bol of een kubus. Deze vormen zijn volmaakt. 

In het humanisme staan o.a. verdraagzaamheid, harmonie en naastenliefde centraal. De mens staat centraal. Verder komt er in de Renaissance nog een bewustzijn op ten aanzien van het individu, de persoon (= individualisme). Dit individualisme is een belangrijk gegeven in de maatschappij en in de kunst en cultuur. Streven naar roem, het willen uittorenen boven anderen, de geniale kunstenaar: deze ideeën zouden in de Middeleeuwen ondenkbaar geweest zijn. 

Slide 8 - Tekstslide



Leonardo da Vinci onderzocht de menselijke ideale verhoudingen en keek of ze overeenkomsten hadden met geometrische vormen

Slide 9 - Tekstslide

Gulden Snede
De gulden snede is een verhouding die de wetenschapper Fibonnaci ontdekte in de natuur. In de partjes van een appel, in de hoeveelheid blaadjes van een bloem of in de  vorm van slakkenhuizen. De verhoudingen die telkens terugkomen, noemen we de gulden snede. Deze gulden snede werd in de renaissance ook gevonden in de verhoudingen van de mens, en ook gebruikt in de architectuur en kunst. Dus hier komen de kennis van meetkunde en kunst samen!

Slide 10 - Tekstslide

Nieuwe kunstenaars
In de middeleeuwen werd een kunstenaar gezien als een ambachtsman. Iemand die goed kon tekenen of schilderen, of muziek kon maken. Dit kon de kunstenaar dan door de ingevingen van God. Daarom zette een middeleeuwse kunstenaar nooit zijn of haar naam onder een kunstwerk. 

Vanaf de renaissance werd dat anders. Kunstenaars werden niet alleen maar gezien als ambachtslieden, maar ook als wetenschappers, intellectuelen. Men dacht: je moet heel veel kennis hebben van meetkunde, klassieke talen, anatomie, natuurwetenschap etc. De kunstenaars ondertekenden hun werk nu ook met hun eigen naam. ook schilderde de kunstenaar zichzelf soms in de schilderijen. Zo konden zij dus ook beroemd worden en kregen zij een hogere status. 

Slide 11 - Tekstslide

Homo universalis
De Renaissancemens moest universeel zijn: l'Uomo universale ( = de universele mens). Het beste voorbeeld van zo'n universele, geniale alleskunner is: Leonardo da Vinci, hij was musicus, schrijver, schilder, architect, bioloog enz. Dit was het ideaal van de Renaissance
mens / kunstenaar. Ook ten aanzien van hoveling waren er idealen. Deze zijn door Baldassare Castiglione op schrift gezet in het boek 'il cortegiano' (de hoveling). Hierin beschrijft
Castiglione de ideale bezigheden van de edelman en edelvrouw. Naast de etiquette regels gaat dat boek ook over kennis en kunde die de adel zou moeten hebben.  

Slide 12 - Tekstslide

Wetenschap
De mens in de Renaissance is zich bewust van zijn mogelijkheden om de wereld te veranderen. Dit heeft tot gevolg dat wetenschap, techniek, kunst en cultuur snel tot ontwikkeling komen. In de kloosters, ook in Italië, waren er universiteiten opgekomen. Op deze universiteiten gaat men zich steeds meer bezig houden met wetenschap; naar
aanleiding van de wetenschappelijke gegevens die via de kruistochten overgebracht zijn uit het verre oosten en Noord-Afrika. 

Men gaat steeds meer op zoek naar nieuwe wetenschappelijke
inzichten. Dit past in het tijdsbeeld: in deze tijd ontstaan de eerste ontdekkingsreizen, waardoor men nieuwe werelden verkent

Slide 13 - Tekstslide

Fresco (muurschildering) van Rafaël Santi (1509): de school van Athene. Geschilderd voor de appartementen van Paus Julius II. 
De schilder werkt met veel diepte en ruimtelijk perspectief
Koepels en bogen, uit welke cultuur kennen we deze vooral?
We zien hier Plato en Aristoteles, twee belangrijke Griekse filosofen. Plato, de linker, heeft de gelaatstrekken van Leonardo da Vinci. 
Zie je hoe elke persoon op dit schilderij als individu is afgebeeld? Ze zijn allemaal bezig met iets dat voor hen belangrijk is. En zie je hoe nauwkeurig de schilder heeft gelet op de menselijke vorm (anatomie)?

Slide 14 - Tekstslide

Architectuur van de Renaissance

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Villa capra detta rotonda - Palladio

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Welke kenmerken van de renaissance bouw zie jij in dit gebouw? Noem er twee.

Slide 21 - Open vraag

Koepelbouw (Romeinse bouwkunst
architraaf
Standbeelden 
Timpaan
Zuilen
Symmetrie / harmonie

Slide 22 - Tekstslide

De ontwerpen voor paleistuinen
Ook de tuinen passen in dit grootse geheel. In deze tuinen zijn de perken en paden en fonteinen in geometrische
vormen aangelegd. Vijvers zijn opgesierd met fonteinen. De fonteinen zijn opgebouwd uit beelden die vaak naar de
klassieke mythologie verwijzen. 

Door een symmetrisch geordende tuin, laat de eigenaar van de tuin zien dat hij orde kan scheppen in de chaos van de natuur. Drinkwater is geen vanzelfsprekend bezit in de renaissance. Dus de fonteinen laten zien hoe rijk je bent. 

De tuinen zijn plekken voor de hovelingen om elkaar te ontmoeten, om te laten zien hoe rijk je was en wat je status was. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide