hechtinigsstoornis

Hechtingsstoornis
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hechtingsstoornis

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het woord hechting?

Slide 2 - Woordweb

Wat is hechting?
Hechting is de duurzame emotionele band tussen ouder en kind
die ontstaat in het eerste levensjaar​.


Kind voelt zich vertrouwd​
Maakt vaak contact met ouder/verzorger​
Laten zich snel door hen geruststellen​
Durft van alles te onderzoeken
- Goede hechting geeft vertrouwen in jezelf en je omgeving -














Slide 3 - Tekstslide

Onveilige hechting

3 soorten (in plaats van vertrouwen en veiligheid: wantrouwen. angst, onzekerheid)

Vermijdend gehechte kinderen​
‘te enthousiast’ op onderzoek uit, geen contact ouder, denken het zelf te moeten oppakken​.
Ambivalent of afwerend gehechte kinderen​
Onderzoeken hun omgeving te weinig, accepteren geen troost​. Het contact is tegenstrijdig.

Gedesoriënteerde gehechtheid​
Kind lijkt doelloos te handelen. Chaotisch / bizar gedrag. De opvoeder is een bron van angst. 







Slide 4 - Tekstslide

Twee pijlers
Veilige basis: Kind weet en voelt in onbekende situaties terug te kunnen gaan naar zijn ouder​. Dit geeft veiligheid.

Veilige haven​: ​Kind heeft contact met de ouder als hij/zij een onbekende ruimte aan het verkennen is (bv. via oogcontact, zwaaien o.i.d.). Dit heeft vertrouwen.

Slide 5 - Tekstslide

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en agequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 6 - Tekstslide

Onveilig-vermijdend
De gehechtheid van het kind is minimaal. Het kind gedraagt zich zelfstandig, en probeert de ouder te negeren of te vermijden.
Deze vorm van hechtingsstoornis kan ontstaan als een kind:
vaak afgewezen wordt
vaak verwaarloosd wordt
veel verschillende opvoeders heeft.

Slide 7 - Tekstslide

Onveilig-afwerend
Het kind zoekt heel veel toenadering bij de ouders. Het kind is niet tot nauwelijks zelfstandig. Als de ouder(s) weg zijn is het kind angstig. Komen de ouders terug dan reageert het kind boos en verontwaardigd.
Deze vorm van hechtingsstoornis kan ontstaan als een kind:
onvoldoende aandacht krijgt
niet op de goede momenten aandacht krijgt
ervaart dat de ouders erg onberekenbaar zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Gedesorganiseerd gehecht

Deze variant van een hechtingsstoornis is een combinatie van de vorige 2 hechtingsstoornissen. Aan de ene kant zoekt het kind toenadering tot de ouder, terwijl dat aan de andere kant tegelijkertijd stress en angst voor het kind oplevert.
ervaart dat de ouders onvoorspelbaar zijn
ervaart dat de ouders inconsequent zijn.
Vaak spelen trauma’s of andere ingrijpende gebeurtenissen ook een rol. Daarbij moet gedacht worden aan:


mishandeling,
misbruik,
verwaarlozing,
dreigementen.

Slide 9 - Tekstslide

Geremde hechtingsstoornis 
Ontremde hechtingsstoornis
Reactieve hechtingsstoornis 

Bij een geremde hechtingsstoornis zoekt een kind geen troost tijdens stress en reageert het niet of zelden op de troost die wordt aangeboden.








Ontremd sociaal contact stoornis 
Bij de ontremde contactstoornis benadert een kind onbekende volwassenen met onvoldoende terughoudendheid.

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Wil dit experiment zeggen dat we altijd aandacht aan onze kinderen moeten geven?
A
Ja, we moeten altijd beschikbaar zijn.
B
Nee. Maar alleen fysiek aanwezig zijn is niet voldoende.
C
Nee. Kinderen moeten zelf leren met stress om te gaan.

Slide 12 - Quizvraag

De verbinding met een kind is even belangrijk als eten, drinken, hygiëne! Zelfs als je dit wel zou geven - maar geen aandacht - dan ontstaan er ernstige problemen in de ontwikkeling. Interactie is echt nodig voor groei en ontwikkeling.

Slide 13 - Tekstslide

Het experiment is 2 minuten geen beschikbaarheid. Wat is een gevolg als dit veel langer duurt (in het echt)?

Slide 14 - Open vraag

Risicofactoren tijdens het hechtingsproces

Slide 15 - Tekstslide

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 16 - Tekstslide

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 
  • 25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht, 1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

methode ARGOS
Methode ARGOS is ontwikkeld voor begeleiders die werken met cliënten met een hechtingsstoornis. De combinatie van deze stoornis en een verstandelijke beperking is ingewikkeld. En zorgt voor grote uitdagingen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video