H2 Internet BB

Massamedia

Hoofdstuk 2: Internet
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Massamedia

Hoofdstuk 2: Internet

Slide 1 - Tekstslide

H2 Internet
Maar wat weet je nog van H1?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is geen voorbeeld van massamedia?
A
TV
B
Radio
C
Krant
D
Verjaardagskaart

Slide 3 - Quizvraag

Bij massamedia wordt de informatie door veel mensen gezien, gelezen of gehoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

………… en ………. zijn voorbeelden van massamedia.
Welke woorden zijn weggelaten?
A
Een appje; een verkeersbord.
B
Een dagboek; een tijdschrift.
C
Een krant; een verjaardagskaart.
D
Een flyer; een website.

Slide 5 - Quizvraag

H2 Internet

Internet is het belangrijkste massamedium
In dit hoofdstuk gaan we het daarom over internet hebben.

In deze les behandelen we de vragen:
  • Wat doen we allemaal met internet?
  • Hoe kun jij erachter komen of iets wat je op het internet leest of kijkt betrouwbaar is?

Slide 6 - Tekstslide

De handige kanten van internet
Internet heeft handige kanten, zoals:
  1. Je kunt snel informatie zoeken en vinden.
  2. er is veel interactie mogelijk
  3. er zijn sociale media: contact met anderen
  4. er wordt geld mee verdiend.

Slide 7 - Tekstslide





1. Informatie zoeken + vinden
Dankzij internet heb je toegang tot heel veel informatie. Met een zoekmachine als Google en Wikipedia kan je deze informatie ook nog eens snel vinden.
2. veel interactie mogelijk.
Op internet is iedereen tegelijk ontvanger én zender (bijvoorbeeld: als je een email stuurt ben je zender, als je een mail krijgt ben je ontvanger).

We noemen internet daarom een interactief medium.
Interactie = wisselwerking = op elkaar kunnen reageren.


Dankzij internet is communicatie vaak meerzijdig (je bent zender én ontvanger)

Slide 8 - Tekstslide

3. sociale media
sociale media = alle internetmedia waarmee je informatie met andere kan delen.

sociale media die speciaal gericht zijn op het maken van contact, heten sociale netwerksites.
netwerk = dat mensen met elkaar verbonden zijn







sociale media zijn dus een manier om met anderen in contact te komen. En om contact te blijven houden! Bijvoorbeeld ook blogs (= online dagboek) en sommige games (als je tegen elkaar speelt)

4. Er wordt geld mee verdiend.
Je kan dingen kopen via internet, zoals muziek of kleding, in veel webwinkels. Bijvoorbeeld:

Via sites als marktplaats.nl en speurders.nl kun je spullen aan anderen verkopen.

Slide 9 - Tekstslide

Kijkopdracht
We gaan samen een video kijken en tijdens het kijken maak je de vragen die de docent heeft uitgedeeld.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Betrouwbaarheid van internet
Op internet kan je dus snel informatie vinden, maars het is lastig dat je niet altijd weet of het waar is wat er staat. Omdat je niet altijd weet wie de informatie heeft geschreven.

Probeer jezelf daarom altijd de volgende vragen te stellen als je iets leest:
  1. Wie heeft het geschreven? 
  2. Welk beroep heeft deze persoon?
  3. Met welk doel is het geschreven (waarom heeft hij/zij het geschreven)?

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak H2 vraag 5, 6, 8, 9, 10, 11 en blz. 17


Slide 13 - Tekstslide

Welk kenmerk van
internet herken je in
dit krantenbericht?
A
Er wordt veel geld verdiend op internet.
B
Er is veel interactie mogelijk.
C
Je kunt snel informatie zoeken en vinden.
D
Je kunt internetten waar en wanneer je wilt.

Slide 14 - Quizvraag

Als je een werkstuk zou maken over milieuvervuiling. Op welke website denk je dan de meest betrouwbare informatie te vinden?
A
www.spreekbeurten.info
B
www.nu.nl/milieuvervuiling
C
www.scholieren.com/werkstuk
D
www.mijnmilieu.blogspot.nl

Slide 15 - Quizvraag

Waarom denk je dat je op die website de meest betrouwbare informatie kan vinden?

Slide 16 - Open vraag

Aan de slag!
Deze les maken we H2 helemaal af.
Maak vraag 2 en de begrippen en samenvatting.
Als je klaar bent ga je alles van H2 nakijken.



Slide 17 - Tekstslide

Denk nog eens aan hoofdstuk 1 over Massamedia. Waarom noemen we internet een massamedium?

Slide 18 - Open vraag

Echt?

Slide 19 - Sleepvraag