V3 Modals (hulpwerkwoorden) theme 2

Modal Verbs 
(hulpwerkwoorden)

must, have to, should, ought to
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Modal Verbs 
(hulpwerkwoorden)

must, have to, should, ought to

Slide 1 - Tekstslide

Should
Hoe ?
Should/should not + het hele werkwoord
Wanneer?
Als jij vindt dat iets (niet) zou moeten. 
Je geeft advies of je raad iets af.

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden
We should invite Kate to our birthday party.
You shouldn't go to bed so late.
He should eat less candy.

Slide 3 - Tekstslide

Must
Hoe ?
must/must not + het hele werkwoord
Wanneer?
Als jij vindt dat iets (niet) moet.
Must is krachtiger dan should.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden
You mustn't talk during his presentation.
They must wear a suit to the interview.

Slide 5 - Tekstslide

Has to
Hoe ?
has to/have to + hele werkwoord
Wanneer?
zekerheid, noodzaak of verplichting
wanneer iets moet van iemand anders / een regel of wet.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
This answer has to be correct (zekerheid)
The soup has to be stirred continiously to prevent burning.(noodzaak)
They have to wear a school uniform. (verplichting)
They have to be home at eight o'clock. (verplichting)

Slide 7 - Tekstslide

Don't/doesn't have to
Hoe"?
don't have to/ doesn't have to + hele werkwoord
Wanneer?
Het betekent dan 'niet hoeven'.
Je geeft aan dat er geen verplichting is. 
(het hoeft niet persé) 


Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden
You don't have to wear a tie with your suit.
She doesn't have to walk her dog.
I don't have to do the dishes.

Slide 9 - Tekstslide

Ought to
Hoe ?
ought to + hele werkwoord
Wanneer?
Jezelf of anderen advies geven
vertellen dat iets gedaan zou moeten worden
vragen naar eigen verplichting.


Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden
You ought to stay seated at all times.
I think we ought to leave now.
The rides ought to be checked twice a year.

Slide 11 - Tekstslide

Welke modal verb is het sterkst/meest dwingend?

Slide 12 - Woordweb

Welke modal verb is het minst sterk/het minst dwingend?

Slide 13 - Woordweb

You …………. bring your books to school or your teacher will be angry.

Slide 14 - Open vraag

His grandmother ...... ride her bike alone. It can be very dangerous!

Slide 15 - Open vraag

You ....... clean your room every day. You can do it every week.

Slide 16 - Open vraag

You _____________ try this candy, it's really nice.

Slide 17 - Open vraag