5.1 les 2

H5 Ridders, horigen en monniken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 Ridders, horigen en monniken

Slide 1 - Tekstslide

5.1 les 2

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
Maken 5.1 opdracht 2 t/m 5.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 5.1 les 2
  1. Ik kan in eigen woorden uitleggen hoe Karel de Grote het christendom over Europa heeft verspreid.
  2. Ik kan drie veranderingen noemen in het rijk van Karel de Grote.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Clovis I
  • Koning Clovis (466-511) van de Franken.
  • Clovis verenigde de verschillende Frankische stammen nadat de Romeinen uit Europa waren vertrokken.
  • Vraag: maar hoe heeft hij dat gedaan?

Slide 6 - Tekstslide

Clovis en het christendom
  • In het jaar 496 liet Clovis zich dopen. Hij werd katholiek (christenen die de paus volgen).

  • Waarom liet hij zich bekeren?
  1. Zo kreeg hij de steun van de katholieke kerk in Rome...
  2. én kon hij alle Franken verenigen onder het christendom.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Karel de Grote
  • Karel de Grote (742-814) wordt in 768 koning van het Frankische Rijk.
  • Samen met zijn soldaten veroverde hij grote delen van Europa.
  • In het jaar 800 wordt Karel door de paus in Rome gekroond tot keizer.

Slide 9 - Tekstslide

Het Frankische rijk op haar grootst.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Leerdoelen 5.1 les 3
(Ik kan drie veranderingen noemen in het rijk van Karel de Grote.)
1. Ik kan het leenstelsel schematisch uitleggen.
2. Ik kan voor- en nadelen noemen van het leenstelsel voor de leenheer en leenman.

Slide 12 - Tekstslide

Karel als keizer (800)
Maatregelen/veranderingen door Karel de Grote:
  1. Er kwam weer een keizer sinds de val van het W.R.R.
  2. Karel laat wetten opschrijven waar iedereen zich aan moest houden.
  3. Karel liet bij alle kerken en kloosters scholen bouwen.
  4. Karel stuurde door het hele land zendgraven; ambtenaren die bestuurders controleerden.

Slide 13 - Tekstslide

Ridders
De Frankische koningen kregen bij het bestuur van hun rijk hulp van ridders.
  • Ridder: een krijgsman met een dure uitrusting en paard. Hij kon dit betalen, doordat hij een stuk land in leen kreeg.
  • In ruil voor het leen legde de ridder een eed/belofte af: als de leenheer hulp nodig had vocht hij voor hem.
  • Ook andere belangrijke functies kregen land in leen van de koning, zoals een abt (het hoofd van een klooster) of bisschop.




Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Het rijk valt uiteen
Na de dood van Karel de Grote valt het Frankische rijk in de jaren erna uiteen. Waarom?
  1. Karels zonen kregen ruzie over de verdeling van het rijk (de erfenis).
  2. Invallen van de Noormannen (Vikingen).
  3. Leenmannen gingen hun stuk grond steeds vaker als hun eigendom zien en niet meer luisteren naar de koning.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Maken 5.1 opdracht 6, 7, 8 (8d hoeft niet), 9, 10 en 11.

Slide 18 - Tekstslide