Week 4

Nederlands
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Planning week 4
Les 1: Klassikaal lezen
Les 2: Toets zakelijke e-mail bespreken
Les 3: Lezen
Les 4: Spelling blok 3 BK
Les 5: Spelling blok 3 BK
Les 6: Nieuwsbegrip online

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze week:
  • heb je de spelling van het werkwoord in de tt en vt herhaald;
  • kun je het voltooid deelwoord spellen;
  • kun je zelfstandige naamwoorden in het meervoud spellen;
  • weet je hoe je woorden met een au/ou, ei/ij, i/ie en g/gg/ch moet spellen.

Slide 3 - Tekstslide

Les 1

Klassikaal lezen

Slide 4 - Tekstslide

Les 2 
Toets zakelijke e-mail bespreken

Slide 5 - Tekstslide

Les 3
Lezen

Slide 6 - Tekstslide

Les 4
Spelling blok 3 BK
3.6
3.7

Slide 7 - Tekstslide

Persoonsvorm, hoe zit het ook alweer?
Regel 1: Bij ik schrijf je de ik-vorm.
Regel 2: Bij jij, u/hij/zij/het schrijf je de ik-vorm +t.
Regel 3: Als de ik-vorm eindigt op -t, dan schrijf je geen extra t.
Regel 4: Als je of jij achter de persoonsvorm staat, schrijf je de ik-vorm.
Regel 5: Bij het meervoud schrijf je het hele werkwoord.

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord moet op de ....?
Ik ......... een werkstuk over het stinkdier.

A
maak
B
maakt
C
mak
D
maken

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord moet op de ....?
Ik ........... dat een erg grappig dier.

A
vindt
B
vind
C
vint
D
vinden

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord moet op de ....?
Het dier ............... een handig wapen.

A
gebruik
B
gebruikdt
C
gebruikd
D
gebruikt

Slide 11 - Quizvraag

Voltooid deelwoord

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 15 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 17 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag!
Maken spelling blok 3 BK
3.6: opdracht 2
3.7: opdracht 4 + 5

Klaar?
Numo Nederlands > spelling

Slide 19 - Tekstslide

Les 5
Spelling blok 3 BK
3.8

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Hoe schrijf je het meervoud van dit zelfstandige naamwoord?

Slide 23 - Open vraag

Hoe schrijf je het meervoud van dit zelfstandige naamwoord?

Slide 24 - Open vraag

Hoe schrijf je het meervoud van dit zelfstandige naamwoord?

Slide 25 - Open vraag

Hoe schrijf je het meervoud van dit zelfstandige naamwoord?

Slide 26 - Open vraag

Aan de slag!
Maken spelling blok 3 BK
3.6: opdracht 2
3.7: opdracht 4 + 5
3.8 opdracht: theorie, 6 + 7

Klaar?
Numo Nederlands > spelling

Slide 27 - Tekstslide

Les 6
Nieuwsbegrip tekst lezen
+ Nieuwsbegrip online

Slide 28 - Tekstslide