Les Nederlands 2v2

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

Welkom 1hv1

Pak je boek en zoek op: blz. 219

Lesplanning

- bespreken huiswerkopdrachten

Uitleg lijdend voorwerp

lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp komt voor in zinnen waarin iemand iets 'overkomt' of iets (een voorwerp) iets 'ondergaat'.

Vanwege het slechte weer/ hebben/ we/ het feest /uitgesteld.

wg = hebben uitgesteld

o = we

wie/wat + wg + o 

dus... wat hebben we uitgesteld?

lv = het feest

Wat is het LV?
Pim heeft een vis gegeten

1. pim
2. heeft
3. een vis
4. gegeten

Wie had het brood gegeten?

1. Wie
2. het brood
3. had
4. gegeten

De dames hebben in de stad koffie gedronken

1. koffie
2. de dames
3. in de stad
4. gedronken

Thomas heeft Marieke bloemen gegeven.
Lijdend voorwerp =

1. Er is geen lijdend voorwerp
2. Thomas
3. Marieke
4. bloemen

meewerkend voorwerp

Mwv

Aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp

Is dit een meewerkend voorwerp?

'Heb jij een voldoende van de docent gekregen?'

1. Wel een meewerkend voorwerp
2. Geen meewerkend voorwerp
3. er staat geen meewerkend voorwerp in

Ik zie hem

hem = ?

1. Onderwerp
2. Meewerkend Voorwerp
3. Lijdend voorwerp

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is 'Jan'?

1. meewerkend voorwerp
2. lijdend voorwerp
3. onderwerp
4. meewerkend voorwerp

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is 'de toets'?

1. meewerkend voorwerp
2. lijdend voorwerp
3. onderwerp
4. meewerkend voorwerp

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is 'aan de leraar'?

1. meewerkend voorwerp
2. lijdend voorwerp
3. onderwerp
4. meewerkend voorwerp

Huiswerk voor donderdag 7 januari

Maken opdracht 21+22 blz. 220+221 in je schrift

Maken opdracht 9 op taalpuntnl.nl