10 april


Aardrijkskunde quiz
Ontdek Nederland
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeTopografieBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les


Aardrijkskunde quiz
Ontdek Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de kaart van Nederland?
A
B
C
D

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel provincies
heeft Nederland?
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 3 - Quizvraag

Welk dier hoort niet bij de Grote Vijf van Nederland?
A
Zeehond
B
Edelhert
C
Wild zwijn
D
Otter

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent de Z op een windroos?
A
Zout
B
Zee
C
Zuid
D
Zand

Slide 5 - Quizvraag

Welke provincie is dit?
A
Zeeland
B
Groningen
C
Overijssel
D
Zuid-Holland

Slide 6 - Quizvraag

Welke provincie is dit?
A
Zeeland
B
Groningen
C
Overijssel
D
Zuid-Holland

Slide 7 - Quizvraag

Welke provincie is dit?
A
Friesland
B
Limburg
C
Overijssel
D
Zuid-Holland

Slide 8 - Quizvraag

Welke provincie is dit?
A
Friesland
B
Utrecht
C
Overijssel
D
Flevoland

Slide 9 - Quizvraag

Welke provincie is dit?
A
Friesland
B
Noord-Holland
C
Zeeland
D
Utrecht

Slide 10 - Quizvraag

Welke provincie is dit?
A
Utrecht
B
Gelderland
C
Drenthe
D
Flevoland

Slide 11 - Quizvraag

Welke provincie is dit?
A
Zeeland
B
Gelderland
C
Noord-Holland
D
Groningen

Slide 12 - Quizvraag

Welke provincie is dit?
A
Zeeland
B
Gelderland
C
Noord-Holland
D
Groningen

Slide 13 - Quizvraag

Welke provincie is dit?
A
Flevoland
B
Gelderland
C
Friesland
D
Noord-Brabant

Slide 14 - Quizvraag

Welke provincie is dit?
A
Limburg
B
Gelderland
C
Flevoland
D
Noord-Brabant

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van Nederland?
A
Maastricht
B
Utrecht
C
Amsterdam
D
Rotterdam

Slide 16 - Quizvraag

wat zijn de buurlanden van Nederland
A
Frankrijk en België
B
Amerika en Duitsland
C
Turkije en Engeland
D
België en Duitsland

Slide 17 - Quizvraag

feestdagen 

Slide 18 - Tekstslide

Wat is geen Nederlandse traditie/ feestdag ?
A
Sinterklaas
B
Koningsdag
C
Sint Maarten
D
halloween

Slide 19 - Quizvraag

wanneer is koningsdag?
A
27 april
B
1 april
C
16 april
D
27 mei

Slide 20 - Quizvraag

De koning heet....
A
Willem- Alexander
B
Willem- Pieter
C
Alexander
D
Willem

Slide 21 - Quizvraag

wanneer begint de lente
A
januari
B
maart
C
juni
D
september

Slide 22 - Quizvraag

in de lente worden de dagen ...
A
korter
B
langer

Slide 23 - Quizvraag