Les 4: Herhaling Present Simple & Nieuw Present Continuous -INS

Welcome to the 4th lesson
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welcome to the 4th lesson

Slide 1 - Tekstslide

What do you remember about the
present simple?

Slide 2 - Woordweb

Present simple

Bij feiten / gewoontes

(facts/habits)

Signaalwoorden in de zin:
always, every day, annually, regulary, sometimes


HELE WERKWOORD
bij:  I, you, we, they

HELE WERKWOORD + S
bij:  he, she, it


Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen deze zinnen?
'He is drawing a dinosaur.'
'He draws a dinosaur.'

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Wanneer gebruik je de present continuous?

Wordt gebruikt bij als:
  • iets nu gebeurt
  • iets in de nabije toekomst gebeurt
  • je je ergert aan iets dat regelmatig gebeurt;
    vaak staat hier het woord always bij

  • Signaalwoorden: 
    at the moment, right now, at present, Look!

Slide 6 - Tekstslide

The Present Simple
Hoe maak je de present continuous?

         Hulpwerkwoord zijn --> to be + ww+ing







     
     

Slide 7 - Tekstslide

The Present Simple
Hoe maak je de present continuous ontkennend?
    Hulpwerkwoord zijn --> to be + not + ww+ing







     
     

Slide 8 - Tekstslide

The Present Simple
Hoe maak je de present continuous vragend?
                     to be + onderwerp + ww+ing







     
     

Slide 9 - Tekstslide

The Present Simple

Nu aan het werk!

Vul in de volgende zinnen de juiste vorm van de 
present continuous in.

Slide 10 - Tekstslide

They (to play) in an orchestra at the moment
A
They are playing...
B
They play...
C
They is playing...
D
They plays...

Slide 11 - Quizvraag

She (to study) in France untill the end of this year.

A
She studies in France...
B
She was studying...
C
She is studying...
D
She study...

Slide 12 - Quizvraag

MAAK ONTKENNEND
My father (to work) at the moment.

A
doesn't work
B
is working
C
is not working
D
works

Slide 13 - Quizvraag

MAAK VRAGEND
(to sleep)..... your grandparents ...... right now?

A
Are ..... sleeping
B
is ........ sleeping
C
Do .......... sleep
D
Sleep

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Messi is playing football.
Messi plays football.

Slide 16 - Tekstslide

Our teacher ___ the grammar right now.
A
explains
B
is explain
C
explaining
D
is explaining

Slide 17 - Quizvraag


He___ beer in the pub.
A
spills
B
is spilling
C
are spilling
D
spilling

Slide 18 - Quizvraag

We ___ English class at the moment.
A
have
B
are having
C
are have
D
are haveing

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Continuous?
A
They play football in the garden.
B
Vegetarians don't eat meat.
C
I get up.
D
They're playing football in the garden.

Slide 20 - Quizvraag

Welke woorden geven aan dat je de Present Continuous moet gebruiken?
A
At the moment
B
Every Saturday
C
Now!
D
Often

Slide 21 - Quizvraag

Welke woorden geven aan dat je de Present simple moet gebruiken?
A
Always
B
Look!
C
Usually
D
Right now

Slide 22 - Quizvraag

De shit-regel hoort bij?
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 23 - Quizvraag

She is playing the piano.
Deze zin staat in de ......?
A
Present Simple
B
Present Continuous
C
Past Simple
D
Past Continuous

Slide 24 - Quizvraag

He works in the coffee shop.
Deze zin staat in de ......?
A
Present Simple
B
Present Continuous
C
Past Simple
D
Past Continuous

Slide 25 - Quizvraag

You ___ in London.
A
live
B
lives

Slide 26 - Quizvraag

Look! The birds ___ away!
A
fly
B
flying
C
are fly
D
are flying

Slide 27 - Quizvraag



It never ___ in Death Valley.
A
rain
B
rains

Slide 28 - Quizvraag


Every Sunday, we ______ a movie on TV.
A
watch
B
are watching

Slide 29 - Quizvraag

Mary _____ breakfast, she can't be here
A
has
B
is having

Slide 30 - Quizvraag

Water ______ at 100 degrees Celsius.
A
cooks
B
is cooking

Slide 31 - Quizvraag

We _____ tired right now!
A
are feeling
B
feel

Slide 32 - Quizvraag

Extra uitleg
https://youtu.be 
  •                                                                              PRESENT SIMPLE 




Slide 33 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide