12.1 Eigenschappen doorgeven

12.1 Eigenschappen doorgeven
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

12.1 Eigenschappen doorgeven

Slide 1 - Tekstslide

Je leert
hoe eigenschappen overerven;
hoe je het uiterlijk van nakomelingen voor een eigenschap kunt voorspellen.

Slide 2 - Tekstslide

Cel
Celkern
Chromosoom

Slide 3 - Tekstslide

Gen
Celkern
DNA
Chromosomen

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Op deze chromosomen 
ligt het gen 
voor haarkleur

Slide 6 - Tekstslide

Gen & Allel

Slide 7 - Tekstslide

Genotype vs Fenotype
  • Genotype: informatie (eigenschappen) bepaald door je genen.

  • Fenotype: informatie (eigenschappen) die zich uiten, zichtbaar

Slide 8 - Tekstslide

genotype
Fenotype
XY chromosomen
kan niet veranderen!
is erfelijk
kan tijdens het leven veranderen
is niet overerfbaar
een litteken
Is niet altijd zichtbaar

Slide 9 - Sleepvraag

Waarom bruine of blauwe ogen?
  • Eigenschappen van jouw lichaam staan beschreven op je chromosomen.

  • In totaal heb je 46 chromosomen per cel (behalve geslachtscel). 

Slide 10 - Tekstslide

Informatie op de genen
  • Het genotype van de moeder => blauw allel en blauw allel.

  • Het genotype van de vader => bruin allel en bruin allel.

  • Het genotype van het kind => blauw allel en bruin allel.

Slide 11 - Tekstslide

Heterozygoot & Homozygoot
  • Homozygoot: twee dezelfde allelen.

  • Heterozygoot: twee verschillende allelen.

Slide 12 - Tekstslide

Welke personen zijn heterozygoot voor de eigenschap: oogkleur?

Slide 13 - Open vraag

Welke personen zij homozygoot voor de eigenschap: oogkleur?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Heterozygoot
  • Alle kinderen van dit stel zijn heterozygoot en hebben bruine ogen.

  • Bruine ogen zijn dominant. Bruin overheerst over blauwe ogen. 

Slide 16 - Tekstslide

Dominant & Recessief
  • Dominant: overheersende allel.
  • Recessief: onderdrukte allel.



  • Ofwel, wanneer je heterozygoot blauw/bruin bent, zal je bruine ogen krijgen. 

Slide 17 - Tekstslide

Een kruisingsschema
  • Hoofdletter => dominant
  • Kleine letter => recessief 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de kans dat een kindje homozygoot is voor de eigenschap: oogkleur?
A
1 van de 4= 25%
B
3 van de 4= 75%
C
2 van de 4= 50%
D
4 van de 4= 100%

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de kans dat een kindje Bruine ogen heeft?
A
1 van de 4= 25%
B
3 van de 4= 75%
C
2 van de 4= 50%
D
4 van de 4= 100%

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de kans dat een kindje Blauwe ogen heeft?
A
1 van de 4= 25%
B
3 van de 4= 75%
C
2 van de 4= 50%
D
4 van de 4= 100%

Slide 22 - Quizvraag

Oefenen

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 12.1
Opdracht 1 t/m 18.

Slide 24 - Tekstslide