Betrouwbare bronnen

Betrouwbare bronnen- deel 1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Betrouwbare bronnen- deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van de les kan ik 'fake news' herkennen en betrouwbare bronnen vinden

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent Fake news?
Nepnieuws is misleidende informatie die wordt verspreid om geld te verdienen of om de mening van het publiek te beïnvloeden. 

Slide 3 - Tekstslide

Soorten informatie
Er zijn veel manieren om aan informatie te komen. Onder andere via:
  • Kranten 
  • Tijdschriften
  • Boeken 
  • Internet


Slide 4 - Tekstslide

Betrouwbare bronnen
De inhoud van kranten, tijdschriften en boeken wordt vaak door een deskundige redactie bekeken en is daarom meestal betrouwbaar.

Informatie op internet is minder betrouwbaar, omdat iedereen daar alles kan plaatsen.

Het is daarom belangrijk dat je informatie op internet eerst controleert, voordat je het
overneemt.

Slide 5 - Tekstslide

Betrouwbare bronnen:

Voorbeelden:
  • de Volkskrant
  • Trouw
  • NRC Handelsblad
  • Elsevier
  • De Groene Amsterdammer
  • Google Scholar
  • Nederlands Dagblad
  • Het Parool

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Factcheck Nederland
https://factchecknederland.afp.com/list

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welk artikel is Fake News?
A
Artikel 1: AD
B
Artikel 2: De Speld

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Factcheck Nederland
https://factchecknederland.afp.com/list

Slide 12 - Tekstslide

waar/niet waar
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

waar/niet waar
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Als er een filmpje voorbij komt of tekst die ik grappig vind, dan deel ik dat altijd.
A
ja, boeien of ik er iemand mee kwets
B
ja, maar alleen als ik er niemand mee kwets
C
ja, maar alleen onschuldige of lieve filmpjes
D
nee

Slide 16 - Quizvraag

Is dit een feit of fabel?
A
Dit is een feit, want het staat in de krant
B
De metro heeft het vast gecontroleerd, dus feit
C
Dit is een fabel, niet alles wat in de metro staat is waar
D
Dit is een fabel, Metro heeft niet goed gecontroleerd

Slide 17 - Quizvraag

Waarom wordt er nep nieuws verspreid? Wat is het doel?

Slide 18 - Open vraag

Ga naar: 
https://www.slechtnieuws.nl/#intro 
en speel het spel in duo's.

Slide 19 - Tekstslide

Noteer de tactieken om nepnieuws te maken en te verspreiden uit de game van www.slechtnieuws.nl:

Slide 20 - Open vraag

Hoe herken jij nepnieuws?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Wat is geen manier om de betrouwbaarheid van een bron te checken?
A
Kijken naar de actualiteit van de bron
B
Alleen afgaan op de naam van de auteur
C
Kijken of de bron wetenschappelijk is
D
Kijken naar het doel van de bron

Slide 23 - Quizvraag