Spelling H5 Trema en koppelteken

Spelling
Trema en Koppelteken
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Spelling
Trema en Koppelteken

Slide 1 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
Waarom schrijf je samenstellingen aan elkaar?
     


Welke werkwoorden schrijf je soms aan elkaar en soms los?
         
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
Waarom schrijf je samenstellingen aan elkaar?
         Omdat de woorden samen een nieuw woord vormen met een nieuwe 
         betekenis.

Welke werkwoorden schrijf je soms aan elkaar en soms los?
         Splitsbare werkwoorden .

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
1) Aan het einde van de les weet je hoe je een koppelteken moet gebruiken in een samenstelling.

2) Aan het einde van de les weet je wanneer je een trema moet gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Programma
- Uitleg koppelteken en trema.
- Oefenen.

Slide 5 - Tekstslide

Zoek en schrijf op!
Vraag 1: Wanneer gebruik je een koppelteken? (3x)


Vraag 2: Op welke letter komt een trema te staan?
timer
4:00

Slide 6 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je:

In aardrijkskundige namen.

Zuid-Spanje
Noord-Hollandse

Slide 7 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je:

Voor of na een cijfer, afkorting, letter(s) of symbool.

50-jarige
EU-land
tussen-s

Slide 8 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je:

Als de samenstelling anders verkeerd wordt uitgesproken.

auto-onderdelen
mee-eten

Slide 9 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je:

Voor of na een hoofdletter

Jan-Peter
T-shirt
(Noteren in het boekje)

Slide 10 - Tekstslide

Trema
Een trema zijn twee puntjes op een klinker.

Een trema is bedoeld om duidelijk te maken hoe je een woord uitspreekt.

Op welke letter komt een trema te staan?

Slide 11 - Tekstslide

Trema
Door een trema te zetten op de letter ná de breuk in de klank, spreek je het woord goed uit.

geïllustreerd

ge - illustreerd: vóór de i moet de klank worden gebroken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Aan de slag!                         Blz. 193
Maak opdracht 1 t/m 5.






Slide 14 - Tekstslide