Spelling - Trema en Koppelteken

Spelling
Blz. 193
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling
Blz. 193

Slide 1 - Tekstslide

Onderdelen
Introductie
1. Meervoud
2. Hoofdletters
3. Leestekens
4. Samenstellingen
5. Trema en koppelteken
6. Afkortingen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
1) Aan het einde van de les weet je hoe je een koppelteken moet gebruiken in een samenstelling.

2) Aan het einde van de les weet je wanneer je een trema moet gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les geleerd..
Waarom schrijf je samenstellingen aan elkaar?
     


Welke werkwoorden schrijf je soms aan elkaar en soms los?
         
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
Waarom schrijf je samenstellingen aan elkaar?
         Omdat de woorden samen een nieuw woord vormen met een nieuwe 
         betekenis.

Welke werkwoorden schrijf je soms aan elkaar en soms los?
         Splitsbare werkwoorden .

Slide 5 - Tekstslide

Trema

Een trema zijn twee puntjes op een klinker.

Een trema is bedoeld om duidelijk te maken 
hoe je een woord uitspreekt.

Slide 6 - Tekstslide

Trema
voorbeeld
geillustreerd

als je dit ziet, zou je de ei als 1 klank uitspreken,
maar dat is niet de bedoeling.

Slide 7 - Tekstslide

Trema
Door een trema te zetten op de letter ná de breuk in de klank, spreek je het woord goed uit.
geïllustreerd
ge - illustreerd: vóór de i moet de klank worden gebroken.

Slide 8 - Tekstslide

Trema
Kijk naar het verschil in uitspraak:

ideeen  <ideen>
ideëen <idejeen>
ideeën <ideejen>

Slide 9 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je:

Als de samenstelling anders verkeerd wordt uitgesproken

AUTO-ONDERDELEN
MEE-ETEN

Slide 10 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je:

In aardrijkskundige aanduidingen

Zuid-Spanje
Noord-Hollandse

Slide 11 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je:

Voor of na een hoofdletter

T-shirt
B-merk

Slide 12 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je:

Na een cijfer, afkorting of symbool

50-jarige
EU-land

Slide 13 - Tekstslide

Zoek en schrijf op!
Vraag 1: Wanneer gebruik je een koppelteken? (3x)


Vraag 2: Op welke letter komt een trema te staan?
timer
4:00

Slide 14 - Tekstslide

Voorkomen van een verkeerde uitspraak


                                      JA          -> Koppelteken
Samenstelling?
                                      Nee       -> Trema


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aan de slag!                         Blz. 193
Maak opdracht 1 t/m 5.



Lezen/ woorddictees maken (H1 t/m5).


Slide 17 - Tekstslide

Lesdoel
1) Aan het einde van de les weet je hoe je een koppelteken moet gebruiken in een samenstelling.

2) Aan het einde van de les weet je wanneer je een trema moet gebruiken.

Slide 18 - Tekstslide