Rood 12.4 en wit/blauw 2.4

Herhalen r/w/b
Hoe bereken je de factor die hoort bij procentuele verandering?
A
Factor = nieuwe percentage x oude percentage
B
Factor = oude percentage x nieuwe percentage
C
Factor = nieuwe percentage : oude percentage
D
Factor = oude percentage : nieuwe percentage
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalen r/w/b
Hoe bereken je de factor die hoort bij procentuele verandering?
A
Factor = nieuwe percentage x oude percentage
B
Factor = oude percentage x nieuwe percentage
C
Factor = nieuwe percentage : oude percentage
D
Factor = oude percentage : nieuwe percentage

Slide 1 - Quizvraag

Herhalen r/w/b
Een product van €22,50 wordt afgeprijsd. Je krijgt 20% korting. Wat wordt de nieuwe prijs en welke berekening klopt?

A
Stap 1: Factor= 100 : 80 = 1,25 Stap 2: 22,50x1,25 = €28,13
B
Stap 1: Factor= 100 : 80 = 1,25 Stap 2: 22,50 : 1,25 = €18
C
Stap1:Factor= 80 : 100 = 0,8 Stap 2: 22,50x0,8 = €18
D
Stap1:Factor= 80 : 100 = 0,8 Stap 2: 22,50:0,8 = €28,13

Slide 2 - Quizvraag

Hoe heet het diagram
naast deze vraag?
(r/w/b)
A
Steelbladdiagram
B
Lijndiagram
C
Frequentietabel
D
Staafdiagram

Slide 3 - Quizvraag

In een cirkeldiagram staan de volgende gegevens:
Auto: 20 | Fiets: 35| Lopend: 15
Bereken de sectorhoek van de sector Fiets.
(r/w/b)
A
Totaal = 20 + 35 + 15 = 70 Sectorhoek = 35 : 70 = 0,5 graden
B
Totaal = 20 + 35 + 15 = 70 Sectorhoek = 35 : 70 x 360 = 180 graden
C
Totaal = 20 + 35 + 15 = 70 Sectorhoek = 70 : 35 x 360 = 720 graden
D
Totaal = 20 + 35 + 15 = 70 Sectorhoek = 70 : 35 = 2 graden

Slide 4 - Quizvraag

Rood (A en B) Hoeveel procent heeft van
de klas heeft een 9 gehaald?

Wit/blauw (C + D) Hoeveel % van de klas heeft
een zes of lager gehaald?
A
Totaal = 4+3+5+7+8+3=30 Percentage = 9 : 30 x 100 = 30%
B
Totaal = 4+3+5+7+8+3=30 Percentage = 3 : 30 x 100 = 10%
C
Totaal = 30 | Aantal <6 = 12 Percentage = 12 : 30 x 100 = 40%
D
Totaal = 30 | Aantal <6 = 7 Percentage = 7 : 30 x 100 = 23,3%

Slide 5 - Quizvraag

Het gemiddelde en het gewogen gemiddelde (rwb)

Slide 6 - Tekstslide

Bereken het gemiddelde aantal bezorgde pizza's per dag.

Slide 7 - Open vraag

Bereken het gemiddelde cijfer van Demi.
Tussen de haakjes staat hoe vaak
het cijfer meetelt.

Slide 8 - Open vraag

Frequentietabel en modus (rwb)
Het aantal keren dat een waarde voorkomt, heet de frequentie van de waarde.
Een tabel, waarin frequenties staan, heet een frequentietabel.
Een waarneming die het meest voorkomt, noem je de modus. Wanneer geen enkel getal het meeste voorkomt, is er geen modus. Bij een frequentietabel kun je ook het gemiddelde berekenen.

Slide 9 - Tekstslide

Freqentietabel en modus (rwb)

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de modus?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de modus in de volgende rij?
1 - 1 - 2 - 3 - 3 - 3 - 4 - 5 - 6 - 6 - 6
A
De modus is 3
B
De modus is 6
C
De modus is 3 en 6
D
Er is geen modus

Slide 12 - Quizvraag

Mediaan (wb)
Rood: Ga aan de slag met de opdrachten. 

Uitleg mediaan:
De modus is het getal dat het meest voorkomt. 
De mediaan is het middelste getal in een rij waarnemingen van die staan van laag naar hoog

Slide 13 - Tekstslide

Mediaan (wb)
Zet altijd eerst de rij getallen van laag naar hoog. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de mediaan?
Wat is de modus?

Slide 15 - Open vraag

Ik beheers de leerdoelen van deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Wat moet er volgende week herhaald worden?
Rood: H4 en H12 | Witblauw H2 + H7

Slide 17 - Open vraag