P 9 Ziekten van urinewegen

M1W1
4
3 ziekten van urinewegen
TM module 9
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

M1W1
4
3 ziekten van urinewegen
TM module 9

Slide 1 - Tekstslide

9 ziekten van urinewegen
LEERDOELEN...
  • Je noemt een kenmerk van blaasontsteking, nierschade en nierfalen
  • Je noemt oorzaken van blaas ontsteking en nierfalen
  • Je noemt een karakteristiek symptoom van blaasontsteking en nierfalen
  • Je noemt de behandeling bij nierfalen

Slide 2 - Tekstslide

3 urinewegen

Slide 3 - Tekstslide

belangrijkste ziekten van de urinewegen zijn...
  1. infecties
  2. nierschade
  3. nierfalen
3
urinewegen

Slide 4 - Tekstslide

3.1 urineweginfecties

Slide 5 - Tekstslide

de urinewegen geven weerstand aan ziektekiemen...
  1. door een slijmlaag
  2. door dekcellen
  3. door communicatie met afweercellen
3.1
urineweginfecties
slijmlaag
1
dekcellen die meerekken
2
communicatie met afweercellen
3

Slide 6 - Tekstslide

bij een infectie gaat hierbij iets mis en raakt het slijmvlies ontstoken...
  1. urinebuisontsteking
  2. blaasontsteking
  3. nierbekkenontsteking
3.1
urineweginfecties
3
2
1

Slide 7 - Tekstslide

oorzaken van een urineweg-infectie zijn...
  • slechte hygiëne
  • tekort drinken
  • te lang urine ophouden
3.1
urineweginfecties

Slide 8 - Tekstslide

oorzaken van een urineweg-infectie zijn...
  • slechte hygiëne
  • tekort drinken
  • te lang urine ophouden
  • blaaskatheter hebben
  • in de overgang zijn
  • seks hebben
3.1
urineweginfecties

Slide 9 - Tekstslide

de urinebuis is ontstoken...
  • komt vaker bij vrouwen voor
  • komt door een bacterie (colibacterie, chlamydia)
3.1.1
urinebuisontsteking
1

Slide 10 - Tekstslide

de urineblaas is ontstoken...
  • komt vaker bij vrouwen voor
  • komt door een bacterie (colibacterie, chlamydia)
3.1.2
blaasontsteking
2

Slide 11 - Tekstslide

in beide gevallen zijn klachten...
  • donkere, troebele urine
  • bloed bij de urine
  • buikpijn
  • pijn bij het plassen
  • stinkende urine
  • vaak beetjes plassen
  • pijn bij het vrijen
  • moe
3.1.2
blaasontsteking

Slide 12 - Tekstslide

het nierbekken is ontstoken...
  • risico op nierschade
3.1.3
nierbekkenontsteking
3

Slide 13 - Tekstslide

klachten zijn...
  • als van blaasontsteking, maar dan heviger
  • koorts
  • koude rillingen, zweten
  • misselijk, braken
  • pijn in de rug of zij
3.1.3
nierbekkenontsteking

Slide 14 - Tekstslide

3.4 nierschade en nierfalen

Slide 15 - Tekstslide

nierschade ontstaat door een probleem...
  1. vóór de nieren
  2. ín de nieren
  3. de nieren
3.4
nierschade
2
3
1

Slide 16 - Tekstslide

nierschade vóór de nier ontstaat door...
  • hoge bloeddruk
  • hart- en vaatziekte
  • suikerziekte

deze oorzaken zorgen ervoor dat de nierfilters stuk gaan.
3.4.1
nierschade
2
3
1

Slide 17 - Tekstslide

nierschade ín de nier ontstaat door...
  • nierontsteking
  • nierkanker
3.4.1
nierschade
2
3
1

Slide 18 - Tekstslide

nierschade ná de nier ontstaat door...
  • ontsteking van nierbekken of urinewegen
  • nierstenen

hierdoor ontstaat stuwing, waardoor filters stuk gaan.
3.4.1
nierschade
2
3
1

Slide 19 - Tekstslide

  • de afvalstoffen komen van het gebruiken (en verteren) van eiwitten
  • daarnaast heeft de nier nog meer functies
  • bij nierschade kan dit alles verstoord raken, dan zijn de klachten...
3.4
nierschade

Slide 20 - Tekstslide

1 afvalstoffen kunnen niet weg...
  • vermoeidheid
  • jeuk en huiduitslag
  • minder urine maken (plassen)
  • vochtophoping (oedeem)
  • hoofdpijn, verward, suf
3.4
nierschade

Slide 21 - Tekstslide

2 een verstoorde zoutbalans...
  • hoge bloeddruk
3.4
nierschade

Slide 22 - Tekstslide

3 minder aanmaak rode bloedcellen...
  • bloedarmoede, vermoeid
  • bleke huidskleur
3.4
nierschade
bloedarmoede

Slide 23 - Tekstslide

4 een verstoorde kalk opslag in botten...
  • zwakke botten, spontane botbreuken
3.4
nierschade

Slide 24 - Tekstslide

5 nierschade beïnvloedt het brein, waardoor...
  • misselijk, braken
  • geen eetlust hebben
  • afvallen
3.4
nierschade

Slide 25 - Tekstslide

in bloed treft men aan...
  • teveel afvalstoffen
  • teveel zouten
  • te weinig eiwitten
  • te weinig rode bloedcellen
3.4
nierschade

Slide 26 - Tekstslide

in urine treft men aan...
  • eiwitten
  • bloed
3.4
nierschade

Slide 27 - Tekstslide

  • wanneer de schade zo groot is dat de nier zijn taken niet meer kan verrichten, is er sprake van nierfalen
  • behandeling bestaat uit kunstmatig filteren (dialyse) of transplantatie
3.4.1
nierschade

Slide 28 - Tekstslide

Voedingsadviezen...
  • zoutarm (ivm hoge bloeddruk)
  • eiwitarm (ivm afvalstoffen uit de eiwit stofwisseling)
  • vochtarm (ivm hoge bloeddruk, oedeem)
3.4.1
nierschade

Slide 29 - Tekstslide

behandeling nierschade
  • medicijnen (ijzertabletten, bloeddrukverlagers, vit. D-tabletten, enz.)
3.4.1
nierschade

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

  • bij hemodialyse wordt het bloed naar een machine geleid, die het afval uit het bloed filtert
3.4.2
hemodialyse

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

  • het buikvlies heeft veel bloedvaten
  • door de buik met vocht te vullen kan het buikvlies als filter werken
  • bij peritoneale dialyse filtert het buikvlies het bloed
3.4.3
peritoneale dialyse

Slide 34 - Tekstslide

3.4.3
niertransplantatie

Slide 35 - Tekstslide