Cardiotraining lesweek 2.6

Cardiotraining
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
fitnessMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Cardiotraining

Slide 1 - Tekstslide

Hartslag is een goede indicator om te zien of een klant op de juiste intensiteit traint.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je er als trainer voor kunt zorgen dat een klant op het juiste niveau traint, waarbij je gebruik maakt van de hartslag.

Slide 2 - Tekstslide

Op welke apparaten kun je cardiotraining doen?

Slide 3 - Woordweb

cardiotraining
Bij cardiotraining zal de klant transpireren. Dat betekent dat men met twee zaken rekening dient te houden:
  • hygiëne
  • vochtverlies
De klant dient te sporten met een handdoek om te voorkomen dat men transpiratie op de toestellen achterlaat.
Vaak bieden fitnesscentra de service om papieren wegwerpdoekjes aan te bieden. 

Slide 4 - Tekstslide

Vochtverlies
De klant dient het vochtverlies aan te vullen door het drinken van vocht. Het gebruik van een bidon is dus en standaard onderdeel van cardiotraining.

Slide 5 - Tekstslide

veiligheid
Om veilig te kunnen trainen dient de klant goede uitleg van het gebruik van de toestellen te krijgen en dient de uitvoering tijdens het trainen in d gaten te worden gehouden door het personeel.
Voornamelijk wanneer een klant 'uitgeput' begint te raken, zal dit invloed hebben op de houding van de klant. Dit kan dan weer leiden tot blessures.
Een training op een cardiotoestel duurt meestal langer. Dat betekent dat een kleine afwijking in de houding zeer lang wordt belast. Door de lange duur kan het toch een ernstige blessure opleveren.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe makkelijk de oefeningen ook lijken, ook bij cardiotoestellen dient de klant te worden begeleid!

Slide 7 - Tekstslide

Een sprinter rent de 100 meter zo hard mogelijk. Hoeveel hartslagen per minuut zal deze hardloper hebben meteen na zijn race?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

trainen op hartslag
De hartslag is nog altijd één van de beste indicatoren voor de intensiteit van de training.
Hoe hoger de intensiteit, hoe hoger de hartslag.
Om zeker te zijn van het feit of men op de juiste intensiteit traint, kun je dus de hartslag van een klant bekijken.

Slide 10 - Tekstslide

Test rusthartslag
Zoek met een vinger in je hals naar de slagader. Je voelt deze kloppen aan de oppervlakte.
Je gaat 15 seconden lang het aantal slagen tellen.
Het aantal slagen wat je hebt geteld doe je x 4. Dit is je rusthartslag per minuut.

Slide 11 - Tekstslide

Wat was jouw rusthartslag?

Slide 12 - Open vraag

220 - leeftijd
Door de leeftijd van 220 af te trekken wordt de maximale hartfrequentie berekend. Men gaat er dan vanuit dat een klant van bijvoorbeeld 50 jaar zijn of haar hartslag niet hoger kan krijgen dan 220 - 50 = 170 slagen per minuut.
Deze berekende maximale hartslag wordt vervolgens als waarde gebruikt om de trainingszones te bepalen.
Indien deze klant van 50 jaar dus op 65% wil gaan sporten, berekent men 65% van 170 en laat men de sporter dus bewegen op een hartslag van 110 slagen per minuut.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Bereken aan de hand van jouw maximale hartslag (220 - leeftijd) de hartslag die je moet hanteren wanneer je een hersteltraining doet (dus op 60%)

Slide 15 - Open vraag

Bereken aan de hand van jouw maximale hartslag (220 - leeftijd) de hartslag die je moet hanteren wanneer je een training doet op 85%.

Slide 16 - Open vraag

Trainen op hartslag
Voordeel: Op deze manier kan zeer snel een richtlijn gegeven worden aan de klanten.
Nadeel: Bij deze methode zou het betekenen dat iedereen van dezelfde leeftijd met dezelfde hartslag ook even intensief traint. In de praktijk blijkt dat niet te kloppen. Leeftijd is één van de factoren die van invloed kan zijn op de hartslag en de juiste trainingszone. Met name de getraindheid van de persoon kan een sterke invloed hebben op de hartslag.
De methode 220 - leeftijd geeft een indicatie, maar is niet altijd juist.

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf in eigen woorden "wat is een maximaaltest en hoe voer je deze uit?

Slide 18 - Open vraag

Maximaaltest
Door het uitvoeren van een maximaaltest (zoals de Conconitest) kan de werkelijke maximale hartslag worden gemeten. Door de intensiteit volgens voorgeschreven stappen te verhogen, zal de hartslag van de klant geleidelijk stijgen. Dit gaat net zolang door totdat de klant werkelijk niet meer kan. De hartslag die de klant op dat moment heeft, is de werkelijke maximale hartslag.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

maximaaltest
Voordeel: Persoonlijke testmethode. De werkelijke drempel op dat moment wordt gevonden en van daaruit worden individuele berekeningen gemaakt.
Nadeel: Uitgebreide en tijdrovende testwijze. Door de maximale belasting is het niet door iedere klant uitvoerbaar. Het blijft een momentopname. Men moet een duur trainingstoestel aanschaffen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link