Week 3

Planning les 1

- oefenen bouw cellen 1.3

- test jezelf 1.3

- Aan de slag




1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Planning les 1

- oefenen bouw cellen 1.3

- test jezelf 1.3

- Aan de slag




Slide 1 - Tekstslide

Start 1.3 Cellen van dieren en planten.

1.3.1 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

1.O.1. je kunt werken met een microscoop.
1.0.2. Je kunt een preparaat maken.

Slide 2 - Tekstslide

Je ziet hier een plaatje van een dierlijke cel.
Welk onderdeel heeft de dierlijke cel niet?
A
Celwand
B
Celkern
C
Celplasma
D
Celmembraan

Slide 3 - Quizvraag

Heeft een dierlijke cel cytoplasma?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag


Een dierlijke cel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 5 - Quizvraag

Begrip van de week 2:
Chromosomen
A
Stof waarin de informatie voor de erfelijke eigenschappen is opgeslagen.
B
Lange keten van DNA en eiwit in de celkern.
C
Blaasje gevuld met vocht in een plantencel.
D
Hierin vindt fotosynthese plaats; geeft planten hun groene kleur.

Slide 6 - Quizvraag

Planning les 1

- oefenen bouw cellen 1.3

- test jezelf 1.3

- Aan de slag




Slide 7 - Tekstslide

Planning les 1

- oefenen bouw cellen 1.3

- test jezelf 1.3

- Aan de slag: 

Maken examenopgaven (de axolotl)

Leren onderzoeken 1 en 2 (moet vrijdag af = Weektaak)





Slide 8 - Tekstslide

Start 1.3 Cellen van dieren en planten.

1.3.1 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

1.O.1. je kunt werken met een microscoop.
1.0.2. Je kunt een preparaat maken.

Slide 9 - Tekstslide

Begrip van de week 2:
Chromosomen
A
Stof waarin de informatie voor de erfelijke eigenschappen is opgeslagen.
B
Lange keten van DNA en eiwit in de celkern.
C
Blaasje gevuld met vocht in een plantencel.
D
Hierin vindt fotosynthese plaats; geeft planten hun groene kleur.

Slide 10 - Quizvraag

Planning les 2
Practicum les:
Afmaken: 
Leren onderzoeken 1 en 2 (moet vrijdag af = Weektaak)
Doen:
Maken practicum 2/3/4 in tweetallen.

Slide 11 - Tekstslide

Planning les 3 
Uitleg 1.4
Aan de slag met 1.4

Slide 12 - Tekstslide

Begrip van de week 2:
Chromosomen
A
Stof waarin de informatie voor de erfelijke eigenschappen is opgeslagen.
B
Lange keten van DNA en eiwit in de celkern.
C
Blaasje gevuld met vocht in een plantencel.
D
Hierin vindt fotosynthese plaats; geeft planten hun groene kleur.

Slide 13 - Quizvraag

Start 1.3 Cellen van dieren en planten.

.1.4.1. Je kunt de kenmerken van chromosomen beschrijven

Slide 14 - Tekstslide

DNA ligt in chromosomen

Slide 15 - Tekstslide

Chromosomenparen
De chromosomen van één cel van een vrouw 
46 chromosomen die paren vormen 

Slide 16 - Tekstslide

Chromosomenparen
23 chromosomenparen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Chromosomen bij andere organismen

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag 
1.Maken opdracht 1 en 2, 4, 5

2 Maken test jezelf 1.4 

Slide 20 - Tekstslide

Start 1.3 Cellen van dieren en planten.

1.4.1. Je kunt de kenmerken van chromosomen beschrijven.

Slide 21 - Tekstslide

Begrip van de week 2:
Chromosomen
A
Stof waarin de informatie voor de erfelijke eigenschappen is opgeslagen.
B
Lange keten van DNA en eiwit in de celkern.
C
Blaasje gevuld met vocht in een plantencel.
D
Hierin vindt fotosynthese plaats; geeft planten hun groene kleur.

Slide 22 - Quizvraag