Word order, adverbs

Word order
Wat is de juiste woordvolgorde van een zin?
Waar moet het bijwoord in de zin?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Word order
Wat is de juiste woordvolgorde van een zin?
Waar moet het bijwoord in de zin?

Slide 1 - Tekstslide

Woordvolgorde
In het Engels hebben ze een woordvolgorde die net iets anders is dan in het Nederlands. Hier zie je een ezelsbruggetje:



James                        told                  a terrible joke              at school             yesterday.

De plaats en tijd staan aan het einde van de zin.

Slide 2 - Tekstslide

Waar moet het bijwoord?

Slide 3 - Tekstslide

Waar staan de bijwoorden meestal in de zin?
(meerdere zijn goed)
A
Voor het hoofdwerkwoord
B
In de present perfect na have/has
C
na am/are/is/was/were
D
Voor het werkwoord

Slide 4 - Quizvraag

Welke bijwoorden zijn er?

Slide 5 - Open vraag

Zet de woorden in de juiste volgorde:
run - I - that - never - like - !

Slide 6 - Open vraag

Zet de woorden in de juiste volgorde:
she - often - shoes - like - new - .

Slide 7 - Open vraag

Zet de woorden in de juiste volgorde:
usually - late - am - I - .

Slide 8 - Open vraag

Zet de woorden in de juiste volgorde:
school - always - after - eat - I - .

Slide 9 - Open vraag

Zet de woorden in de juiste volgorde:
never - public - laughs - in - she - .

Slide 10 - Open vraag

Zet de woorden in de juiste volgorde:
we - bored - are - never - .

Slide 11 - Open vraag

Zet de woorden in de juiste volgorde:
never - have - seen - this - I - .

Slide 12 - Open vraag

Zet de woorden in de juiste volgorde:
she - sometimes - hair - her - done -has - .

Slide 13 - Open vraag

Zet de woorden in de juiste volgorde:
I - been - usually - quiet - have - .

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Link