Week 6 - les 1 - (slavernij/abolitionisme)

Tijdvak 7 - 7.4§ Slavernij, plantages & abolitionisme
Week 6 0  
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak 7 - 7.4§ Slavernij, plantages & abolitionisme
Week 6 0  

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
1. Herhalen KA 30 (10 min) 
2. Leerdoelen maken bij KA 29 (30 min) 

Slide 2 - Tekstslide

Leg uit waarom de derde stand zich afscheiden van de Staten-Generaal.

Slide 3 - Open vraag

16 Waarom mislukte de constitutionele monarchie? 
De Nationale Vergadering: alleen mannen met een bepaald inkomen stemmen voor de volksvertegenwoordiging. 

De radicalen: wilden een grondige democratie waarin alle mannen zouden meebeslissen.

Zij hitsten de lagere volksklassen in Parijs op. Bang geworden besloot het parlement met algemeen mannenkiesrecht een nieuwe volksvertegenwoordiging te laten kiezen. Dit nieuwe parlement schafte de monarchie af en maakte van Frankrijk een republiek.


Slide 4 - Tekstslide

17 Hoe kwam er een einde aan de Franse Revolutie en de democratie?
Een rustige tijd van terreur brak aan: Radicalen probeerde macht te grijpen (o.l.v) Robespierre). 

Napoleon maakte uiteindelijk gebruik van deze onrust en greep in 1799 de macht en werd alleenheerser. 

Slide 5 - Tekstslide

§7.4 Slavernij, plantagekolonien 
29 Kenmerkend aspect 

Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme.






Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag met 7.4§
20 Beschrijf de trans-Atlantische slavenhandel aan de hand van de driehoekshandel. 

21 Leg in je eigen woorden de leefomstandigheden van de slaven uit. 

22 Leg de argumenten van de abolitionisten uit. Verdeel de argumenten in de volgende categorieën: Verlichting, Christelijk economische



Slide 7 - Tekstslide

18 Beschrijf de trans-Atlantische slavenhandel aan de hand van de driehoekshandel. 

(1) Tot slaaf gemaakten Afrikanen werden op de westkust ingeruild tegen nijverheidsproducten. (zilver, wapens)

(2) Deze tot slaaf gemaakten werden verscheept naar plantage kolonien in Noord-, midden- en zuid-Amerika.  

(3) Katoen, koffie, thee en suiker werd vanaf koloniën  naar Europa gebracht. 

Slide 8 - Tekstslide

19 Leg in je eigen woorden de leefomstandigheden van de tot slaafgemaakten uit.  

De tot slaaf gemaakten werden op een vreselijke reis naar de koloniën gestuurd. 15% stierf op het schip.
 
Eenmaal in de koloniën werden de tot slaaf gemaakten gebrandmerkt en tewerkgesteld. Bij ongehoorzaamheid werden de tot slaaf gemaakten hard gestraft. 


Slide 9 - Tekstslide

20 Leg de argumenten van de abolitionisten uit. Verdeel de argumenten in de volgende categorieën: Verlichting, Christelijk, economisch

Abolitionisme: Christelijke beweging die tegen de slavernij was. 

Verlichting: Verlichtingsidealen waren onder andere;  mensen zijn nature gelijk zijn. Slavernij waarbij de tot slaaf gemaakten werd gezien als minderwaardig en als eigendom past niet bij deze Verlichte denkwijze. 

Christelijk: Een belangrijk onderdeel van het Christelijke geloof is naastenliefde. Goed zijn voor je medemens is niet hen ontdoen van vrijheid en menselijkheid.  


Slide 10 - Tekstslide